Auteur: Yvonne Bleyerveld
De landschapschilder en -tekenaar Joos (of Josse) de Momper II is samen met Jan Brueghel de Oude en Paulus Bril een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Vlaamse landschapschilderkunst van omstreeks 1600.1 De Momper werd geboren in Antwerpen in 1564 en stamt uit een Vlaamse kunstenaarsfamilie die oorspronkelijk uit Brugge kwam. Zijn eerste opleiding kreeg hij van zijn vader, de schilder Bartolomeus de Momper (1535-na 1597). In 1581 werd Joos de Momper als meester ingeschreven in het Antwerpse Sint-Lucasgilde. Aangenomen wordt dat De Momper in de jaren 1580 naar Italië reisde, waar Lodewijk Toeput, die toen in Venetië werkte, zijn leermeester zou zijn geweest. Bewijs voor De Mompers reis naar Italië ontbreekt echter.2 In 1590 was de kunstenaar weer terug in Antwerpen, want in dat jaar trouwde hij met Elisabeth Gobyn. In 1611 werd hij deken van het Sint-Lucasgilde in Antwerpen, waar hij de rest van zijn leven bleef werken. Karel van Mander noemt in zijn Schilder-Boeck de kunstenaar slechts terloops, als een Antwerps schilder ‘die uytnemende is van Landtschap, hebbende een aerdighe handelinghe’.3
Aan Joos de Momper worden zo’n 500 schilderijen toegeschreven. Dit zijn zowel panoramische berg- en wereldlandschappen in de traditie van Joachim Patinir, als meer realistische heuvellandschappen en dorp- en kustlandschappen in de trant van Jan Brueghel.4 De Momper werkte wel samen met Antwerpse collega’s als Jan Brueghel de Oude, Frans Francken II en Sebastiaan Vrancx, die de figuren in zijn landschappen schilderden.
Gerszi schreef zo’n zestig tekeningen aan De Momper toe.5 Zijn tekeningenoeuvre sluit wat betreft thematiek aan bij zijn schilderijen, maar er zijn slechts een paar tekeningen die direct (als voorstudie) met zijn schilderijen in verband te brengen zijn.6 Er zijn maar enkele gesigneerde en/of gedateerde tekeningen van De Momper bekend. Het is moeilijk een chronologie in zijn tekeningenproductie vast te stellen, omdat hij decennialang aan dezelfde tekenstijl vasthield.7
Noten
1 Deze biografie is gebaseerd op Gerszi 1993; Gerszi 1994; Turner 1996, dl. 21, pp. 828-830 (I. Haberland).
2 Volgens Haberland in Turner 1996, dl. 21, p. 828 is de Italiëreis van De Momper inmiddels bewezen, volgens Gerszi 1993, p. 176 echter niet.
3 Van Mander 1604 (editie Miedema), fol. 295v.
4 Zie voor zijn geschilderde oeuvre K. Ertz, Josse de Momper der Jüngere (1564-1635). Die Gemälde mit kritischem Oeuvrekatalog, Freren 1986.
5 Gerszi 1993; Gerszi 1994.
6 Gerszi 1994, pp. 165-166.
7 Gerszi 1993, pp. 175- 176; Gerszi 1994, pp. 187-188.