De van oorsprong Rotterdamse kunstenaar Willem Oorebeek stelt in zijn werk de principes van herhaling, reproductie en uniciteit centraal. Hij isoleert beelden en tekstfragmenten uit reclame-uitingen en gebruikt deze als basismateriaal voor zijn werk. Hij selecteert en bewerkt deze beelden zodanig dat ze een zekere autonomie verkrijgen en niet meer direct verwijzen naar de bron. Oorebeek ontleedt enerzijds de massamedia door het gevonden materiaal op te splitsen in afzonderlijke delen, anderzijds gaat hij ermee aan de haal door het gekozen beeldmateriaal in zijn werk te herhalen, met elkaar te combineren, het over elkaar heen te leggen en het over te zetten naar een ander medium. Hierbij is de techniek van de lithografie voor de kunstenaar leidend. Oorebeek verkent in zijn werk de mogelijkheden van deze druktechniek grondig. Hij maakt hiermee niet alleen tweedimensionale werken, maar ook objecten, zoals boeken en vazen van gevlochten stroken, geknipt uit litho’s. Met deze reproductietechniek zet hij het spel van herhaling en reproductie voort. Elke litho, ondanks de mogelijkheid tot eindeloze herhaling, is in principe uniek, doordat er altijd sprake is van kleine onregelmatigheden. Daarnaast gaat Oorebeek bewust in tegen de reproduceerbaarheid van deze techniek en drukt slechts één exemplaar af van elk werk. Dit spel met herhaling en uniciteit gaat nog verder: Oorebeek hergebruikt en verdubbelt zijn eigen motieven, door ze naast elkaar of over elkaar heen af te drukken. Daardoor keert hetzelfde motief niet alleen in verschillende combinaties terug, maar verandert tevens de betekenis ervan. Ook de zichtbaarheid varieert: de ene keer krijgt een motief de volle aandacht doordat het prominent in beeld is gebracht, een volgende keer is het door een ander motief overdrukt.
Een goed voorbeeld van dit spel van verdubbeling en betekenisgeving is Muscae volitantes. Zowel de titel, die is afgedrukt op het werk zelf, als het beeldmotief verwijzen naar de vormpjes die op je netvlies verschijnen als je je ogen bijna dichtknijpt. Het werk bestaat uit twaalf identieke litho’s, met twee reststukken. Doordat de bladen om en om rechtop en ondersteboven zijn gebruikt, lijkt het te gaan om twee verschillende versies. De verschillende vellen sluiten zodanig op elkaar aan dat de afgebeelde vormpjes in elkaar doorlopen. Oorebeek speelt hier op twee verschillende wijzen met de verschuiving van het beeld: de kleine motieven in grijs en wit bewegen op het tweedimensionale werk, terwijl de verschillende bladen ook verspringen ten opzichte van elkaar. Daarnaast kent het werk weliswaar een oplage van één, maar de twaalf losse litho’s bestaan uit zes keer twee variaties.
Op Tierscheibe - Gamsbock is geen tekst te vinden, maar wel een voor de kunstenaar karakteristiek rasterpatroon. Een vergelijkbaar rasterpatroon komt in verschillende van Oorebeeks werken voor en sierde als semi-permanente installatie van februari 1996 tot december 1997 verschillende muren van het museum. Het droeg de toepasselijke titel Muren en diende als achtergrond voor verschillende presentaties van de museumcollectie. Centraal in Tierscheibe - Gamsbock is een gemsbok te zien met een schietschijf op zijn romp. Dit soort afbeeldingen worden door jagers gebruikt om te trainen. ‘Tierscheibe’ - letterlijk ‘dierschijf’ – verwijst naar dit gebruik.
In het uit vier delen bestaande werk Estilo / Indola keert een o-vorm steeds terug, weliswaar in een andere kleur, maar wel in hetzelfde lettertype. De linker 'o' in rood is met een sjabloon gemaakt, de twee rechter 'o's' vormen een deel van het woord 'estilo', waarvan enkel 'ilo' afgedrukt is. Estilo is de naam van een bijlage van de Spaanse krant El Pais. Indola is de naam van een merk voor haarproducten. De foto van de verleidelijk poserende vrouw is afkomstig uit een reclame van dit merk. De oorringen van de vrouw echoën ritmisch met de ‘o’s’ mee.
Willem Oorebeek
Pernis 1953