Influenza / City Jewels

Het werk van Jeroen Jongeleen bevindt zich voornamelijk in de openbare ruimte of verhoudt zich daartoe. Vanaf halverwege de jaren negentig levert hij met zijn subversieve projecten en stedelijke interventies commentaar op de in zijn ogen overgereguleerde samenleving. Om tegenwicht te bieden aan de wet- en regelgeving voor de openbare ruimte, laat Jongeleen opzettelijk zijn sporen na op straat. Een goed voorbeeld zijn de stickers waarop een zwarte, gestileerde vlieg staat afgebeeld die hij tussen 1995 en 2005 overal ter wereld op verkeersborden, elektriciteitskasten en lantarenpalen achterliet. De documentatie van deze stickerprojecten verwerkte Jongeleen tot een reeks animaties die hij vervolgens toonde in een kunstcontext. Zo haalde hij de acties die zich voltrokken op straat de tentoonstellingsruimte binnen. De bezoeker keek vervolgens met een andere blik naar de sporen van de stickers op straat.

Ook bij het werk 'Influenza / City Jewels' wordt een brug geslagen tussen het kunstinstituut en de openbare ruimte. Het kunstwerk is letterlijk in de omgeving van Museum Boijmans Van Beuningen ontstaan. In de jaren negentig werden hier regelmatig autoruiten ingeslagen. Jongeleen verzamelde de glasscherven, maakte ze schoon en sorteerde ze op kleur. Daarna werden ze in een vitrine getoond tijdens de presentatie Excorcisme / Esthetisch terrorisme: licht ontvlambare temperamenten in de hedendaagse kunst, die in de zomer van 2000 plaatsvond in het museum. In die context veranderden de scherven in glinsterende juwelen. Voorafgaand aan de opening maakte Jongeleen het werk 'Car, radio, massacre' (2000), dat fungeerde als pendant van 'Influenza / City Jewels'. Hierbij legde hij kleine hoopjes scherven op straat. Na afloop van de tentoonstelling werd 'Influenza / City Jewels' voor de Stadscollectie aangekocht.