Voorgesteld is de aartsengel Michael die de afvallige aartsengel Lucifer (Satan) uit de hemel verdrijft en in de afgrond stort (Openbaring 12:7-13). Rechtsonder is Lucifer prominent uitgebeeld, transformerend in de duivel, met lange nagels aan zijn tenen en vingers, neergestoten door de centraal geplaatste aartsengel Michael met zijn omhooggehouden kruis-lans. Met afwerende armgebaren valt Lucifer neer uit de wolken. Andere opstandige engelen worden gegeseld en eveneens verdreven. Bovenin ziet de Almachtige toe op het dramatische gebeuren. Deze tekening is een voorstudie voor het altaarstuk dat de laat-maniëristische kunstenaar Viani in 1593-94 schilderde voor de S. Agnese in Mantua (nu in het Museo del Palazzo Ducale). Viani had in de voorafgaande zes jaren gewerkt aan het Beierse hof in München. Onder leiding van hofschilder Friedrich Sustris leverde hij daar twee altaarstukken voor de Jezuïetenkerk St. Michael, een van de belangrijkste kerken van de Contra-Reformatie in Noord Europa. Op het hoogaltaar prijkte een schilderij met Michael die Lucifer verdrijft van Christoph Schwarz uit 1587-89. In 1592 werd Viani door hertog Vincenzo I Gonzaga uitgenodigd om in Mantua te komen werken. Zijn eerste opdracht daar was het altaarstuk voor S. Agnese, waarvoor hij hetzelfde thema koos als het hem bekende altaarstuk in München. [ tekst: Albert Elen ]
Specificaties
Titel | De val der opstandige engelen |
---|---|
Materiaal en techniek | Grafiet, pen in bruine inkt, bruin gewassen |
Objectsoort |
Tekening
> Tweedimensionaal object
> Kunstvoorwerp
|
Locatie | Dit object is op reis |
Afmetingen |
Hoogte 305 mm Breedte 220 mm |
---|---|
Makers |
Tekenaar:
Antonio Maria Viani
|
Inventarisnummer | MB 2011/T 1 (PK) |
Credits | Aankoop 2011 |
Collectie | Tekeningen & Prenten |
Verwervingsdatum | 2011 |
Vervaardigingsdatum | in circa 1594-1595 |
Watermerk | geen (vH, 6P) |
Merkteken | J. Cantacuzène (L.4030) |
Herkomst | Jean Cantacuzène (1863-1934, L.4030), Boekarest; - ; veiling, Parijs (Drouot) 22.03.2007, lot 59 (toegeschreven aan Hendrick de Clerck); kunsthandelaar Monroe Warshaw, New York; verworven in 2011 |
Tentoonstellingen | Rotterdam 2022, nr. 12 |
Onderzoek |
Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600 |
Literatuur | Marinelli 2011, pp. 208-209, 393, fig. 6; Jaarverslag 2011, p. 54, ill.; Elen 2022, pp. 52-55, ill. |
Materiaal | |
Object | |
Geografische herkomst | Italië > Zuid-Europa > Europa |
Zie je iets wat niet klopt of heb je aanvullende informatie over dit werk? Stuur ons een berichtje
Entry bestandscatalogus Italiaanse tekeningen 1400-1600
Auteur: Albert Elen
In deze tekening wordt de afvallige aartsengel Lucifer (Satan) door de aartsengel Michaël uit de hemel verdreven en in het vagevuur gestort (Openbaring 12:7-13). Rechtsonder is Lucifer prominent uitgebeeld, met afwerende armgebaren neervallend uit de wolken, terwijl hij transformeert in de duivel, met lange nagels aan zijn vingers en tenen. Michaël met zijn omhooggehouden kruisvormige lans is centraal geplaatst. Om hem heen worden andere opstandige engelen gegeseld en eveneens verdreven. Bovenin ziet God de Almachtige toe op het dramatische gebeuren. Het thema was geliefd tijdens de contrareformatie, de katholieke hervormingsbeweging na het Concilie van Trente, waarin de orde der Jezuïeten een belangrijke rol speelde. In de zeventiende eeuw groeide het onderwerp in populariteit; het werd gezien als een expressief voorbeeld van het goede dat het kwaad overwint. Barokke kunstenaars als Peter Paul Rubens (1577-1640) en Luca Giordano (1634-1705) vonden het bovendien zeer geschikt als veelfigurige dramatische voorstelling.
Deze tekening is een voorstudie voor een altaarstuk (afb.) dat de laatmaniëristische kunstenaar en architect Antonio Maria Viani, genaamd Il Vianino, in 1594-1595 schilderde voor een kapel in de kerk van Sant’Agnese in Mantua en dat zich daar nu in het Museo del Palazzo Ducale bevindt.[1] Viani had in de voorafgaande zes jaren aan het Beierse hof in München gewerkt en trouwde in die tijd met een van de dochters van hofschilder Friedrich Sustris (ca. 1540-ca. 1599). Onder diens leiding werkte hij als lid van een internationale groep van Duitse, Nederlandse en Italiaanse kunstenaars aan de decoraties van de Jezuïetenkerk Sint-Michaël (Michaelskirche).[2] Dit is een van de belangrijkste kerken van de contrareformatie in Noord-Europa, gemodelleerd naar de bekendere Il Gesú in Rome. Op het hoogaltaar van de Sint-Michaëlkerk prijkt een schilderij van de Duitse kunstenaar Christoph Schwarz (ca. 1545-1592) uit 1587-1589, voorstellende de patroonheilige die Lucifer verdrijft. Viani schilderde in diezelfde tijd twee grote altaarstukken voor het transept van deze kerk met voorstellingen van Het offer van het Oude Verbond met de Drieënheid en De aanbidding van de naam van Jezus.
In 1591 bracht hertog Vincenzo I Gonzaga (1562-1612) een bezoek aan München en nodigde Viani het volgende jaar uit om in Mantua te komen werken. Zijn eerste opdracht daar was het altaarstuk voor de Sant’Agnese, waarvoor hij hetzelfde thema koos als Schwarz’ altaarstuk in München en waardoor hij zich sterk liet inspireren.[3] Viani werd daarna (1595) aangesteld als prefetto delle fabbriche (opzichter) van de decoratieprojecten in het hertogelijk paleis, een vooraanstaande positie die hij de rest van zijn lange leven zou bekleden.
Viani was afkomstig uit Cremona en had daar zijn opleiding genoten in het atelier van Giulio Campi (ca. 1502-1572). Zijn getekende oeuvre is slechts gedeeltelijk gepubliceerd.[4] Tot 2007 stond de Rotterdamse tekening nog op naam van Hendrik de Clerck (ca. 1560-1630); deze werd pas in dat jaar door Hugo Chapman aan Viani toegeschreven.[5] Stilistisch sluit het blad het dichtst aan bij de eveneens in pen in bruin met wassingen uitgevoerde tekening De dood van Absalom van Viani in Amsterdam.[6] We zien daar dezelfde vlotte stijl met vloeiende lijnen en bevroren bewegingen. De gelaatstypen met basaal aangeduide ogen, neus en mond, en ook de handen met gestrekte vingers komen overeen. Ons blad daarentegen is meer uitgewerkt dan de schetsmatiger tekening in Amsterdam, waar de ondertekening in zwart krijt prominent aanwezig is. De handen met puntig toelopende vingers en ook de met contouren aangeduide en met wassingen gemodelleerde plooival in het Rotterdamse blad zijn nagenoeg in dezelfde techniek uitgevoerd als de tekening van een knielende vrouw met gespreide armen in New York die onderaan is geannoteerd ‘[A]nt.o Maria Vianini Cremonese e Architeto del S.mo di Mantoa’.[7]
Viani nam de Rotterdamse compositiestudie grotendeels over in het altaarstuk , maar week af in details. Zo is de linkerarm van Michaël scherper vooruitgestrekt en is de stand van zijn rechtervleugel gedraaid. De figuren in de achtergrond, die in de tekening overwegend schetsmatig zijn aangeduid, zoals die van God de Almachtige midden boven, zijn in het schilderij uitgewerkt en met aanpassingen in de houdingen weergegeven.
Noten
[1] Afmetingen 445 x 350 cm; Cremona 1985, nr. 1.35.1, ill. De kapel was op november 1594 toegekend aan Galeazzo Campi uit Cremona.
[2] Maxwell 2017, pp. 180-181.
[3] Behalve het voorbeeld van Schwarz uit München heeft Viani waarschijnlijk ook de recente prent van Hiëronymus Wierix naar ontwerp van Maerten de Vos gebruikt die in 1585 was uitgegeven. Gravure, 283 x 204 mm, exemplaar in Amsterdam, Rijksmuseum, inv. RP-P-1904-822; Hollstein 1085-3(3).
[4] Acht tekeningen, waaronder het Rotterdamse blad, zijn beschreven door Marinelli 2011. Onzekere toeschrijvingen bevinden zich in het Art Institute of Chicago, inv. 1995.15.4; Folds McCullagh/Giles 1997, nr. 333, ill.) en in de veiling in Londen (Christie’s) 07.07.2010, lot 337, ill., gedateerd 1589). Naar verluidt bevinden zich 60 tot 80 tekeningen van Viani in een onbekend klooster bij Praag (mondelinge mededeling Monroe Warshaw 2011).
[5] Mondelinge mededeling van Monroe Warshaw 2011, mondeling bevestigd door Chapman 20.05.2022.
[6] Marinelli 2011, p. 208, nr. 6. Rijksmuseum, inv. RP-T-1977-38; Amsterdam 1981, nr. 157, afb. 180.
[7] Morgan Library & Museum, inv. 1993.346.