Achteroverliggend vrouwelijk naakt op een dolfijn

Boucher behoort met Fragonard en Watteau tot de belangrijkste Franse kunstenaars van de achttiende eeuw. Zij zijn alle drie goed vertegenwoordigd in de museumcollectie. Boucher was behalve schilder en etser ook een meesterlijke tekenaar. Hij maakte tekeningen ter voorbereiding van zijn schilderijen, maar ook als zelfstandige kunstwerken voor de verkoop. Als onderwerp koos hij veelvuldig voor naakte vrouwen; veelal godinnen, gratiën en nimfen die worden vergezeld door cupido’s. Deze werden aanvankelijk door hem getekend naar het levende model in het atelier. Later tekende hij ze ook uit het geheugen, bedreven als hij was geworden in het observeren van het menselijk lichaam. Dat we hier te maken hebben met een studie is te zien aan de positie van de linkerarm, waarmee Boucher experimenteerde. Ook het haar en het rechteronderbeen zijn slechts gedeeltelijk aangegeven. Aan de linkerrand van het blad herhaalde Boucher de huidplooi van de rechterzij. Daar is ook te zien dat het blad later is bijgesneden. Door de kop van een dolfijn, die schetsmatig is getekend onder de gespreide benen, wordt duidelijk dat het hier om een voorstudie voor een waternimf gaat. Een schilderij met deze figuur is echter niet bekend. Boucher zwakte het erotische element in dit soort naakttekeningen af in zijn schilderijen. [tekst: Albert Elen]