:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Kruisiging en het Heilige Graf

Kruisiging en het Heilige Graf

Anoniem (in 1444)

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Kruisiging en het Heilige Graf
Materiaal en techniek Pen in bruine inkt, geel gewassen, penseel in rood en blauw, op perkament
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Hoogte 273 mm
Breedte 210 mm
Makers Tekenaar: Anoniem
Inventarisnummer I 100 recto (PK)
Credits Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (voormalige collectie Koenigs), 1940
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1940
Vervaardigingsdatum in 1444
Inscripties “L” [50] (m.b., pen in rode inkt); “x” (r.b., pen in bruine inkt); “13” (r.b., potlood); “Passio domini nostri ihu xpi [Passie van onze Heer Jesus Christus] (m.b, rode inkt); “Sepulcrum domini nostri yhu xpi” [Tombe van onze Heer Jezus Christus] (m., rode inkt); “de d[o]m[ini]ca passione i morte. xiij” [over de passie en dood van de Heer. 13] (tekst in rode inkt); “Nunc autem dicere consequenter occurrit de dominica passione simul et morte, quia apud corda sapientium mundanorum […]“ (tekst in rode, zwarte, en blauwe inkt)
Verzamelaar Franz Koenigs
Merkteken F.W. Koenigs (L.1023a)
Herkomst antiquariaat J. Rosenthal, München; Franz W. Koenigs (1881-1941, L.1023a), Haarlem, verworven in 1926 (Verona, c. 1400, verbeterd in Noord-Italiaans, c. 1430); D.G. van Beuningen (1877-1955), Rotterdam, verworven met de Collectie Koenigs in 1940 en geschonken aan de Stichting Museum Boijmans Van Beuningen
Interne tentoonstellingen Italiaanse tekeningen in Nederlands bezit (1962)
Onderzoek Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Literatuur Grabmann 1920, p. 112
Materiaal
Object
Geografische herkomst Italië > Zuid-Europa > Europa

Zie je iets wat niet klopt of heb je aanvullende informatie over dit werk? Stuur ons een berichtje

Entry bestandscatalogus Italiaanse tekeningen 1400-1600

Auteur: Klazina Botke

Dit blad uit een vijftiende-eeuws manuscript toont een kruisigingscène met in het midden van de voorstelling de gekruisigde Christus. Aan diens rechterhand staat Dismas - de berouwvolle - met een engel die zijn ziel naar de hemel draagt. Een Romeinse soldaat staat klaar om met een houten knuppel de benen van Dismas te breken.[1] Aan de linkerkant van het kruis is Gestas - de dief die geen berouw toonde – te zien, samen met een duivel die Gestas’ ziel uit zijn mond trekt. Aan de voet van het kruis knielt Maria Magdalena neer, naast haar staan Maria en Johannes de Doper. De voorstelling wordt verder bevolkt door Romeinse soldaten. Longinus, te paard, draagt de lans waarmee Christus in de zij is gestoken, terwijl Stephaton de spons en het vat met zure wijn vasthoudt. De Romein die naar het kruis wijst, is waarschijnlijk de centurion (legeraanvoerder) die zijn geloof in Christus verkondigt, terwijl de soldaat met de schorpioen op zijn schild symbool staat voor verraad en onbetrouwbaarheid. Linksonder zitten drie soldaten te dobbelen om de mantel van Christus. Dit type kruisigingscène, met vele omstanders die allemaal een rol in het verhaal hebben, was in het midden van de veertiende eeuw populair geworden, mede door het werk van Giotto (1266/1267-1337) en Altichiero (ca. 1330-ca. 1390).[2] Onder de kruisiging is nog een andere tekening te zien. Deze toont Maria Magdalena die bij het Heilige Graf (de tombe van Christus) een engel treft.

Boven de twee tekeningen staat in rode inkt respectievelijk ‘Passio domini nostri ihu xpi’ (De Passie van onze Heer Jesus Christus) en ‘Sepulcrum domini nostri yhu xpi’ (De tombe van onze Heer Jesus Christus) geschreven. Op het blad is ook een belijning aangebracht, verdeeld over twee kolommen. Rechtsboven is het folionummer ‘x’ leesbaar en aan de linker rand van het blad zijn nog oude stikselgaten te zien. De tekst zelf is door Ed van der Vlist gekoppeld aan De exemplis naturalibus contra curiosos, een werk dat Servasanctus Faventinus (ca. 1220/1230-ca. 1295) wijdde aan de grondslagen van de katholieke leer, de sacramenten, en de deugden en ondeugden. Voor zover bekend is het nooit in druk verschenen.[3] Ons blad komt uit het eerste deel (De articulis fidei) en is het begin van hoofdstuk dertien waarin de lijdensweg van Christus wordt behandeld.[4] De door Servasanctus genoemde auteurs en hun teksten staan in de marge vermeld, wat het gebruik voor de lezer vergemakkelijkt. Dezelfde tekst is onder meer terug te vinden in een codex uit omstreeks 1412-1445 in Parijs en in het Vaticaan, beide zonder illustraties.[5]

Ons blad komt uit een manuscript dat in 1920 nog in bezit was van de kunsthandelaar Jacques Rosenthal in München.[6] Grabmann (1920) beschrijft die codex en vermeldt dat er vier pentekeningen in stonden: God omringd door engelen en knielende geestelijken, een annunciatie, de kruisiging en de graftombe van Christus. De laatste is volgens hem op folio 13 recto te vinden. Op ons blad is inderdaad te zien dat onder het oude folionummer met potlood nummer 13 is aangebracht. Grabmann beschrijft bovendien dat er bij elk hoofdstuk ruimte voor illustraties is overgelaten, maar alleen deze vier zijn uitgevoerd. Het is duidelijk dat het blad pas uit het manuscript werd verwijderd nadat Grabmann het werk had gezien, ongetwijfeld om als losse tekening te kunnen worden verhandeld. De rest van de codex bevindt zich tegenwoordig in de Houghton Library in Cambridge (Mass.), waar tussen folionummers VIIII en XI inderdaad een blad mist.[7] Ook de door Grabmann beschreven tekening van God omringd door engelen is in dat manuscript niet meer aanwezig.[8]

In het colofon achter in de Harvard codex is te lezen dat Johannes de Luxia de tekst op 17 januari 1444 voltooide.[9] Hij was kanselier van Cattaro (Kotor in het huidige Montenegro), een stad aan de Dalmatische kust die destijds onder bewind stond van de republiek Venetië. Manuscripten gekopieerd in Dalmatië zijn zeldzaam en dit handschrift maakte deel uit van een samenhangende groep van vijf manuscripten die alle door Johannes de Luxia werden gesigneerd. Het manuscript is belangrijk voor onze kennis van de productie van handschriften in de Venetiaanse koloniën.[10] Het bewijst dat er in deze regio’s, naast de plaatselijke Kroatische Glagolitische cultuur, ook sprake was van een culturele hegemonie van Venetië.[11]

Noten

[1] In een vroege tekening uit een geïllustreerde Historia Evangelica uit het derde kwart van de veertiende eeuw, gemaakt door een Lombardische meester, komt dit bijzondere motief van de man met knuppel ook voor. Zie Degenhart/Schmitt 2010, p. 295; Milaan, Biblioteca Ambrosiana, Ms. L 58 sup. fol. 54.

[2] Degenhart/Schmitt 2010, p. 292.

[3] Maldina 2020.

[4] Met dank aan Ed van der Vlist, in een e-mail van 01.09.2022. ‘Nunc autem dicere consequenter occurrit de dominica passione simul et morte, quia apud corda sapientium mundanorum […]’.

[5] Bibliothèque National de France, Lat. 3436, fol. 18v en verder; Biblioteca Apostolica Vaticana, Arch.Cap.S.Pietro.G.20, fol. 21v en verder. Andere exemplaren zijn beschreven in Grabmann 1920.

[6] Antiquariaat Jacques Rosenthal, theologischen Katalog XVII, p. 162, nr. 2439; zie voor de beschrijving Grabmann 1920, pp. 110-113.

[7] Met dank aan Ed van der Vlist; Houghton Library, Harvard University, MS Typ 292. De tekst is daar toegeschreven aan Pierre Bersuire, ca. 1290-1362.

[8] De locatie van dat blad met tekening is mij onbekend.

[9] Grabmann 1920, p. 110: ‘Explicit summa de naturalibus contra curiosos, scripta per me Johannem de Luxia cancellarium communitatis Catari et completa die XVII mensis Januarii MCCCCXL quarto, ad laudem et gloriam Dei omnipotentis. Amen.’

[10] Van dezelfde schrijver zijn nog vier andere codices bekend uit de jaren 1435-1457. 

[11] Ed van der Vlist in een e-mailcorrespondentie op 01.09.2022.

Toon onderzoek Italiaanse tekeningen 1400-1600
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker