:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Bruno predikt voor zijn volgelingen

Bruno predikt voor zijn volgelingen

Anoniem (in circa 1525-1530)

Vraag maar raak

Laden...

Bedankt, je vraag is verzonden.

Helaas, er is iets mis gegaan met het verzenden van je vraag. Probeer het aub nog eens.

High-res beeldmateriaal aanvragen

Meer informatie

Specificaties

Titel Bruno predikt voor zijn volgelingen
Materiaal en techniek Pen in zwarte inkt, grijs gewassen
Objectsoort
Tekening > Tweedimensionaal object > Kunstvoorwerp
Locatie Dit object is in het depot
Afmetingen Diameter 260 mm
Makers Tekenaar: Anoniem
Omgeving van: Dirck Vellert
Inventarisnummer N 154 (PK)
Credits Bruikleen Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (voormalige collectie Koenigs), 1940
Collectie Tekeningen & Prenten
Verwervingsdatum 1940
Vervaardigingsdatum in circa 1525-1530
Signatuur geen
Conditie linker- en rechterrand afgesneden, smalle stroken papier aangezet, verticaal vouwtje in het midden
Inscripties 'Aldegraef f.' (verso)
Verzamelaar Franz Koenigs
Merkteken F.W. Koenigs (L.1023a)
Tentoonstellingen geen
Onderzoek Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw
Literatuur Boon 1978, deel 2, pp. 168-169, onder nr. 459; cat. Hamburg 2011, dl. 2, onder nr. 1242; Collection Catalogue 2012 (online)
Materiaal
Object
Techniek
Grijs gewassen > Wassen > Gewassen > Tekentechniek > Techniek > Materiaal en techniek
Geografische herkomst Zuidelijke Nederlanden > Nederlanden > West-Europa > Europa

Entry bestandscatalogus Vroeg Nederlandse tekeningen uit de 15e en 16e eeuw

Auteur: Ariane van Suchtelen

Deze ronde tekening met kartuizer monniken in een kerkinterieur diende ongetwijfeld als ontwerp voor een glasruitje.1 Het blad wordt in verband gebracht met de productie van Dirck Vellert, een in Antwerpen werkzame kunstenaar die reeds in zijn eigen tijd werd erkend als een van de belangrijkste ontwerpers van gebrandschilderd glas uit de Nederlanden. Vellerts nagelaten oeuvre van meer dan vijftig eigenhandige bladen – merendeels gesigneerd en vaak ook gedateerd – bestaat voor het grootste deel uit ontwerpen voor ronde glasruitjes.2 De weergegeven monniken met hun tonsuren zijn als kartuizers herkenbaar door hun witte habijt dat wordt gekenmerkt door de scapulier die aan weerszijden van het lichaam met een brede strook stof is verbonden. Voorgesteld is een episode uit het leven van Bruno van Keulen (ca. 1030-1101), stichter van de kartuizerorde.3 Bruno’s cultus werd in 1514 door de paus gesanctioneerd maar hij is nooit officieel heiligverklaard. De monnik op de zetel in het midden is waarschijnlijk Bruno – als enige met een aureool – omringd door de zes volgelingen met wie hij in de woestenij ten noorden van Grenoble het kluizenaarsklooster Grande Chartreuse stichtte. Op de achtergrond van de tekening zijn nog een paar monniken te zien die de kerk binnenkomen. Bruno, die zijn sporen als prediker in de befaamde kathedraalschool van Reims had verdiend, lijkt gezien zijn handgebaren aan het preken te zijn. Er zijn niet genoeg aanknopingspunten om vast te stellen om welke episode uit zijn leven het hier precies gaat.

Boon koppelde de Rotterdamse tekening aan vijf verwante tekeningen waarop eveneens kartuizer monniken zijn voorgesteld.4 Vermoedelijk gaat het om ontwerpen voor glasruitjes die waren bestemd voor de decoratie van een of meer van de talrijke kartuizer kloosters die in de late Middeleeuwen in de Nederlanden zijn gesticht.5 Net als het Rotterdamse blad zijn het gewassen pentekeningen die elk als de ‘omgeving Vellert’ zijn aangemerkt; met diens werk zijn er tamelijk algemene parallellen voor wat betreft de weergave van de architectuur en de typering van de figuren.6 Mogelijk gaan de tekeningen van deze groep terug op een serie ontwerpen door Vellert die nu niet meer bekend is. Gezien de onderlinge stilistische verschillen moeten de bladen evenwel door verschillende kunstenaars zijn getekend. Enkele tekeningen uit deze groep zijn geassocieerd met de werkplaats van Pieter Coecke van Aelst,7 terwijl andere recent aan de Meester van 1518 zijn toegeschreven.8 Ondanks de stilistische verwantschap is geen van de tekeningen uit de groep van dezelfde hand als het Rotterdamse blad. Van deze tekenaar blijkt echter een tweede tekening bewaard te zijn gebleven: St.-Maarten laat een door heidenen vereerde pijnboom omhakken in Stockholm (afb. a).9 De typering van de figuren en de plooival zijn identiek, evenals de gezichten met geopende monden en ingevallen wangen en de spitse handen die soms als een soort wantjes zijn weergegeven. Ook in de wijze waarop wassingen zijn aangebracht, met evenwijdige penseelstreken, is dezelfde hand herkenbaar. Interessant is dat de Stockholmse tekening door Van den Brink in verband is gebracht met de Meester van de Antwerpse Aanbidding, bijvoorbeeld met de panelen van diens altaarstuk uit de Keulse Kreuzbrüderkirche waarop onder meer vergelijkbare handen te zien zijn.10 De tekeningen in Rotterdam en Stockholm lijken zo een schakel te vormen tussen de ateliers van twee vooraanstaande Antwerpse kunstenaars uit de vroege zestiende eeuw: Dirck Vellert en de Meester van de Antwerpse Aanbidding. Het lijkt mogelijk dat de tekenaar als leerling of assistent in hun beider ateliers werkzaam is geweest, maar hiervoor ontbreekt ieder bewijs.

Noten

1 Op het bankje rechtsvoor lijkt een monogram AG (ineen) te zijn aangebracht, enigszins verwant aan het monogram van Heinrich Aldegrever (1502-1555/61) (Nagler 1858-1879, deel 1, nr. 583). Dit verklaart het latere opschrift Aldegraef f. op de verso-zijde. Met het werk van Aldegrever vertoont de tekening geen verwantschap.

2 Zie onder andere E. Konowitz in New York 1995, pp. 142-157 (met eerdere literatuur).

3 Réau 1955-1959, deel 3 (1958), pp. 249-252.

4 Boon 1978, deel 2, pp. 168-169, onder nr. 459. De vijf tekeningen die Boon associeerde met het Rotterdamse blad zijn: 1. Bruno vertrekt naar Rome (Amsterdam, Rijksmuseum, inv.nr. RP-T-1958-117, als ‘omgeving Vellert’; door diverse auteurs met Pieter Coecke van Aelst geassocieerd, zie Boon op.cit.); 2. De inwijding van de kartuizerorde door paus Victor III (Hamburg, Kunsthalle, inv.nr. 22775, als ‘omgeving Vellert’, duidelijk zwakkere kwaliteit; Van den Brink suggereert een mogelijk Leidse herkomst van dit blad, zie ongepubliceerde aantekeningen, 7 juni 2004); 3. De paus stuurt Bruno en zijn volgelingen terug naar het klooster (voorheen collectie R. Landolt, Chur, door Frits Lugt aan Vellert toegeschreven; veiling Amsterdam, Frederik Muller, 2 maart 1954, nr. 455, als Jan Swart van Groningen vanwege een monogram ‘S.W. IAN’); 4. Bruno ontvangt een brief van paus Urbanus II (voorheen collectie Leonard Duke, veiling Londen, Sotheby’s, 23 april 1941, nr. 23, als Vellert; Dodgson 1936, als Vellert; Van den Brink suggereert een toeschrijving aan de Meester van 1518, ongepubliceerde aantekeningen 2003); 5. Bruno bidt in zijn kloostercel in Calabrië (Dresden, Kupferstichkabinett, inv.nr. C2127, als ‘omgeving Vellert’, ook aan Pieter Coecke van Aelst toegeschreven, zie Marlier 1966, p. 366, afb. 310; Van den Brink suggereert een toeschrijving aan de Meester van 1518, ongepubliceerde aantekeningen 2003, Ketelsen/Hahn 2011, p. 30, als ‘omgeving Vellert’). De tekening uit Amsterdam (nr. 1) is rechthoekig; de andere zijn rond met een diameter van 225 tot 282 mm; de tekening uit Dresden (nr. 5) is evident verkleind.
Van den Brink brengt een tekening uit Frankfurt, Monniken in een kloostercel  (Städel Museum, inv.nr. 729) ook in verband met de door Boon samengestelde groep, hoewel deze tekening in een andere techniek is uitgevoerd (ongepubliceerde aantekeningen 2003). Volgens Van den Brink kan dit blad mogelijk worden toegeschreven aan de Meester van 1518, net als de tekeningen uit de voormalige collectie Duke en uit Dresden (hierboven, nrs. 4 en 5). De monniken op de Frankfurtse tekening dragen evenwel geen kartuizer habijt.

5 Vergelijk Bleyerveld/Stein 2009; L. Zuidema in Pansters 2009, passim.

6 Vergelijk bijvoorbeeld Dirck Vellert, Elisa en de Sunamitische vrouw, 1523, Hamburg, Kunsthalle (inv.nr. 22547, Stefes 2011, deel 2, p. 567, nr. 1081); De bruiloft te Kana, 1523, Londen, British Museum (inv.nr. 1923,1.13.4, Popham 1932, p. 50, nr. 4).

7 Boon (zie noot 4) suggereerde dat de tekenaar als het ware tussen Vellert en Coecke van Aelst in te plaatsen is: mogelijk opgeleid bij Vellert, werkzaam bij Coecke van Aelst. Weliswaar signaleert Boon dat er ‘kleine stilistische verschillen’ tussen de tekeningen bestaan, toch lijkt hij te suggereren dat het om slechts één tekenaar gaat. Zie verder noot 4.

8 Zie noot 4. Vergelijk voor tekeningen van de Meester van 1518, Antwerpen/Maastricht 2005, nrs. 53-57.

9 Pegelow 1988, p. 160, afb. 232.

10 Zie ook Antwerpen/Maastricht 2005, nr. 70. Peter van den Brink, ongepubliceerde aantekeningen, 1 juni 2004, email 27 oktober 2012. Van den Brink wijst verder op stilistische parallellen tussen de Stockholmse tekening en het hoofdaltaar van Linnich, twee altaarluiken in het Bonnefantenmuseum, Maastricht (Van den Brink 2002), en een door hem gereconstrueerd Mariaretabel (Van den Brink 2007, met verdere literatuur). Enkele gezichten op de aan de Meester van de Antwerpse Aanbidding toegeschreven altaarluiken in Maastricht zijn bijzonder verwant aan de gezichten op de Rotterdamse tekening (vergelijk bijvoorbeeld Van den Brink 2002, afb. 17 en 18).

Toon onderzoek Nederlandse tekeningen uit de vijftiende en zestiende eeuw
Toon catalogustekst Verberg catalogustekst

Alles over de maker