:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top

Friedrich August-albums

Koning Friedrich August II van Saksen (1797-1854) bouwde tijdens zijn leven een omvangrijke privéverzameling prenten en tekeningen op: meer dan 120.000 bladen, die werden ondergebracht in 750 albums. De meeste van deze albums zijn begin twintigste eeuw bij veilingen uit elkaar gehaald. In de collectie van het museum zijn dertig bewaard gebleven.

Friedrich August II van Saksen (afb. 1) begint met verzamelen in 1817. Hij heeft het doel een volledig overzicht van de Europese kunst samen te stellen door middel van prenten. Dat zijn gedrukte afbeeldingen op papier, zoals houtsneden, gravures, etsen en lithografieën. Nadat hij deze prenten heeft aangekocht op veilingen of bij handelaren, laat hij ze in albums plakken. Elke prent krijgt een nummer en een stempel. Aangezien hij tussen 1836 en 1854 regeerde als koning van Saksen, heeft hij dit hoogstwaarschijnlijk niet (allemaal) zelf kunnen doen. Hij stelde daarom een conservator aan, Johann Gottfried Abraham Frenzel (1782-1855).

Frenzel schrijft over de verzameling in zijn boek 'Die Kupferstichsammlung Friedrich August II. König von Sachsen, beschrieben und mit einem historischen Überblick der Kupfersticher-kunst begleitet' (Leipzig 1854). Uit deze catalogus wordt duidelijk hoe de verzameling was geordend. De albums waren gerangschikt op techniek, land en kunstenaar. Het was in het begin van de negentiende eeuw gebruikelijk om kunstenaars in te delen op basis van nationale scholen, waardoor de prenten van bijvoorbeeld Italiaanse grafici samen gegroepeerd werden. Hierdoor ontstonden meerdere albums per nationale school. De ordening hierbinnen was op basis van kunstenaar in chronologische volgorde. Het bijzondere was dat Friedrich August koos voor een ordening die in eerste instantie uitging van techniek. Dit was anders dan zijn tijdgenoten deden.

1. Franz Hanfstängl, 'Friedrich August König von Sachsen', 1842, lithografie, 422 x 328 mm, British Museum, Londen (inv. 1852,1009.352). © The Trustees of the British Museum

"Es wird selten vorkommen, einen Sammler von Kupferstichen zu finden, welcher mit gleicher Begeisterung und mit gleich tiefer Kenntniss für die bei einer grösseren Sammlung so vielfach verzweigten vorkommenden Einzelnheiten in unausgesetzter Aufbau als ein wahres kunstgeschichtliches Denkmal zu hinterlassen."
- Frenzel 1854, p. IX.

"Het zal zeldzaam zijn om een verzamelaar van kopergravures te vinden die met hetzelfde enthousiasme en met dezelfde diepgaande kennis een waar monument voor de kunstgeschiedenis kan achterlaten in de vorm van de individuele stukken die in zo'n grote verzameling voorkomen en op zoveel manieren vertakt zijn."
- Frenzel 1854, p. IX.


Aan het einde van zijn leven liet Friedrich August 750 albums na. Deze albums zijn een lot tegemoet gegaan dat vele albums in het verleden hebben ondergaan: ze werden uit elkaar gehaald. Tussen 1926 en 1938 is bij veilinghuis C.G. Boerner in Leipzig het merendeel van de verzameling van Friedrich August geveild. Prenten leveren vaak meer geld op als deze afzonderlijk worden verkocht dan als onderdeel van een album. Hierdoor is de collectie wereldwijd verspreid geraakt. Dankzij het verzamelaarsmerk dat prominent op de voorkant staat, worden de prenten nog altijd herkend als zijnde afkomstig van Friedrich August (afb. 2).

2. Verzamelaarsmerk Friedrich August II van Saksen voorop gestempeld, Lugt 971

Gelukkig zijn niet alle albums uit elkaar gehaald. Tegenwoordig zijn 105 albums bekend die bewaard zijn gebleven, waarvan 75 in Dresden (Kupferstich-Kabinett) en dertig in Rotterdam. Op de veiling in Leipzig sloeg de verzamelaar Johan Bierens de Haan (1867-1951) zijn slag. Voor relatief weinig geld kocht hij dertig albums, waaronder veertien met prenten uit de Rubensschool - gemaakt door kunstenaars uit de school of omgeving van de schilder Peter Paul Rubens (1577-1640). Met het legaat van Bierens de Haan aan het museum in 1951 werd de museumcollectie verrijkt met onder andere deze albums gevuld met circa 4000 prenten.

Toegankelijk maken

De albums zijn groot (gemiddeld 75 × 57 × 4,5 cm) en zwaar (10 tot 16 kilo). Ze zijn lastig te hanteren en bovendien als museaal object moeilijk te presenteren. Wanneer tentoongesteld, ligt het album open op één pagina. Voor tentoonstellingen zijn in het verleden prenten uit de albums gehaald en deze werden er na afloop meestal niet meer in teruggeplakt. Alle losse prenten kunnen weliswaar beter worden gehanteerd, geconserveerd en getoond, maar ze zijn tegelijkertijd ook uit hun historische context gehaald. Het album fungeert daardoor niet meer als integraal kunstobject in zijn negentiende-eeuwse verschijningsvorm. Het museum moet in de toekomst afwegingen maken over wat de prioriteit heeft: de conditie van de afzonderlijke prenten en tentoonstellingspraktijk of de kunst- en cultuurhistorische waarde van de albums.

De conditie van de albums speelt bij dergelijke beslissingen een belangrijke rol. Er is een interessant fenomeen gaande bij het papier van deze albums. Op de lege bladzijden zijn zogenaamde 'schaduwprenten' zichtbaar, afdrukken van de prenten op de tegenoverliggende pagina (afb. 3-4). Het papier van het album komt uit de vroege negentiende eeuw en is waarschijnlijk een chemische reactie aangegaan met de drukinkt van de veel oudere prenten die in het album geplakt zitten. Hoe dit precies is ontstaan, is niet duidelijk en het fenomeen vergt daarom verder onderzoek. De prenten zelf lijken er in elk geval niet door te worden aangetast.

3. Album nummer 61
3. Album nummer 61
4. Album nummer 61
4. Album nummer 61

Met de komst van digitale registratiesystemen, zet het museum zich in om de collectie toegankelijk te maken door middel van de collectie online en andere vormen van digitalisering. Niet alleen kan hiermee de huidige verschijningsvorm van het album worden vastgelegd, maar ook een poging gedaan worden tot een digitale reconstructie. De prenten die uit Album 51 zijn gehaald, zijn digitaal teruggeplaatst om inzicht te bieden in hoe het album er in zijn oorspronkelijke vorm uitzag.

Mocht de digitale reconstructie niet goed te zien zijn, klik hier.

Het toegankelijk maken van de collectie is een doorlopend project en steeds meer werken op papier zijn in de collectie online op de website te bekijken. Een werk gezien dat je in het echt wil bekijken? Dat kan via: kunst op aanvraag. Onderzoekers kunnen op afspraak terecht in de studiezaal in het depot.

 

Tekst: Mireille Linck