D.G. van Beuningen (1877-1955)
Daniël George van Beuningen is de tweede naamgever van Museum Boijmans Van Beuningen. Zijn huis hangt vol met zijn geliefde kunstwerken en hij gaat daar op een alledaagse manier mee om.
Elk stukje muur is gevuld met kunst. Pieter Bruegels Toren van Babel’ hangt boven een komfoor waar hij volgens zijn kleindochter regelmatig eieren en spek bakt.
Van Beuningen wordt bij zijn kunstaankopen geadviseerd door Museum Boymans-directeur Dirk Hannema en kunsthandelaar Jacques Goudstikker. Hij heeft een brede smaak en koopt net zo lief een schilderij van Titiaan als een landschap van Claude Monet. Zijn grote liefde is de vroege Nederlandse schilderkunst. De kroon op zijn verzameling vormt de ‘Drie Maria’s aan het Graf’ van Jan van Eyck, dat hij in 1940 voor een fortuin los krijgt uit een Engelse verzameling. Vijf dagen voor het bombardement wordt het werk in een privévliegtuig naar Rotterdam gevlogen.
Tijdens zijn leven schenkt Van Beuningen talloze werken aan het museum, waaronder de beroemde Achilles-serie van Peter Paul Rubens. Op 19 mei 1955 overlijdt Van Beuningen. Drie jaar later wordt het overgrote deel van zijn collectie voor het museum aangekocht door de Gemeente Rotterdam. Bij die gelegenheid wordt zijn naam toegevoegd aan die van het museum.