:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top

H. Sonnenberg (1928-2017)

Hans Sonnenberg wordt in 1928 geboren in Makassar, Indonesië. Het gezin verhuist in 1931 naar Nederland en betrekt in 1935 een huis in Rotterdam. Zijn moeder neemt hem mee naar musea en richt het huis in met antiek en schilderijen van onder andere Isaac Israëls en Lizzy Ansingh. Sonnenberg raakt hierdoor op vroege leeftijd al geïnteresseerd in kunst. Later tijdens zijn diensttijd in Oirschot bezoekt hij regelmatig het Van Abbemuseum in Eindhoven en in de weekenden brengt hij veel tijd door in kunstcentrum ’t Venster in Rotterdam.

Na zijn diensttijd werkt Sonnenberg als cargadoor in de Rotterdamse haven. Hij is naast zijn kantoorbaan echter ook zeer actief binnen de kunstenaarssociëteit van het Schielandshuis en de Rotterdamse Kunstkring. In 1954 organiseert hij zijn eerste tentoonstelling van Rotterdamse kunstenaars rond het thema van de Rotterdamse haven. Sonnenberg is ook goed op de hoogte van de ontwikkelingen in de internationale kunstwereld. Zo brengt hij menig beroemd buitenlands kunstenaar, waaronder de Italiaan Piero Manzoni, onder de aandacht van Rotterdamse galeriehouders en kunstkringen.

Om moderne Nederlandse kunstenaars een groter platform te bieden besluit Sonnenberg in 1959 de kunstenaarsgroep Zero op te zetten. Sonnenberg neemt de zakelijke functies op zich en organiseert tentoonstellingen voor de groep. In 1960 krijgt hij een aanbod om een nieuwe galerie in Den Haag te leiden. Sonnenberg ziet dit als een uitgelezen kans om Zero een vaste tentoonstellingsplek te bieden en doopt de galerie ‘Eroz’, het anagram van Zero.

In 1962 wordt Sonnenberg manager van de Rotterdamse galerie R.K.K., waarvan hij de naam direct verandert in galerie Delta. Sonnenberg krijgt volledige zeggenschap over het aanbod in de galerie en  is financieel niet afhankelijk van eventuele opbrengsten. Door deze onafhankelijkheid kan hij op geheel eigen wijze te werk gaan en combineert hij zijn interesse in internationale kunstontwikkelingen met zijn even grote interesse voor het werk van lokale kunstenaars. Hij onderhoudt nauwe banden met Rotterdamse kunstenaars en is verder een groot promotor van Nederlandse kunst in binnen- en buitenland. Wegens zijn succesvolle artistieke beleid voor de galerie verwerft hij zijn befaamde bijnaam: ‘Meneer Delta’.

Hans Sonnenberg heeft een sturende rol gehad in de kunstwereld van Rotterdam. Zowel zijn vriendschappelijke en zakelijke steun maakten het voor vele beginnende kunstenaars mogelijk om hun werk tentoon te stellen of te verkopen. Hij is bovendien een goede relatie van Museum Boijmans Van Beuningen. In 2012 doet Sonnenberg een gift van vijftien schilderijen aan het museum. De conservatoren mogen zelf een selectie maken uit Sonnenbergs privécollectie. Door deze genereuze schenking kan het museum werken van wereldberoemde kunstenaars zoals Jean-Michel Basquiat en David Hockney aan de collectie toevoegen. Datzelfde jaar organiseert het museum de tentoonstelling Meneer Delta  ter ere van de schenker, waarbij ook een gelijknamige Boijmans studie verschijnt. In de tentoonstelling worden de werken uit de gift aangevuld met aankopen die het museum door de jaren heen deed bij Galerie Delta en met verschillende stukken uit Sonnenbergs privécollectie. De tentoonstelling is een eerbetoon aan Sonnenberg zijn grote bijdrage aan de moderne kunstontwikkelingen in Rotterdam. Na zijn overleden in 2017 laat Sonnenberg diverse werken na aan het museum, waaronder werk van Paul Beckman en A.R. Penck.