:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Christ Carrying the Cross

Ask anything

Loading...

Thank you. Your question has been submitted.

Unfortunately something has gone wrong while sending your question. Please try again.

Request high-res image

More information

In an arched frame we see Christ on his way to Calvary. The emphasis is on the suffering of the Saviour. This drawing and another in the museum's collection, 'Ecce Homo', were part of a series depicting the Passion, most of which has been lost. They may have been designs for a series of prints. Before establishing himself as an independent artist in Antwerp in 1527, Pieter Coecke had travelled to Italy where he had become acquainted with the art of the Italian Renaissance.

Read more Read less

Collection book

Collection book Order

Specifications

Title Christ Carrying the Cross
Material and technique Black chalk (traces), pen and two shades of brown ink, brown wash, framing lines with the pen in brown ink, rounded top, laid down
Object type
Drawing > Two-dimensional object > Art object
Location This object is in storage
Dimensions Height 236 mm
Width 176 mm
Artists Draughtsman: Pieter Coecke van Aelst (I)
Accession number MB 1958/T 9 (PK)
Credits Purchased 1958
Department Drawings & Prints
Acquisition date 1958
Creation date in circa 1530-1550
Signature none
Watermark probably none (vH, 7P, fine), and none in the backing paper (vV, 6P)
Inscriptions 'YC' (at lower right, in pen and brown ink), '11504 A et B / deux pièces = Crefach.[?]' (verso, at centre right, in pencil), 'A 22782' (verso, at lower right, in pencil)
Mark none
Provenance Art dealer P&D Colnaghi, London (1958); acquired by the museum, 1958 (together with inv. no. MB 1958/T 10)
Exhibitions London 1958, no. 46; Rotterdam 2009 (coll 2 kw 2); Paris/Rotterdam 2014, no. 16
Internal exhibitions De Collectie Twee - wissel II, Prenten & Tekeningen (2009)
Vroege Nederlandse tekeningen - Van Bosch tot Bloemaert (deel 2) (2015)
External exhibitions Bosch to Bloemaert. Early Netherlandish Drawings from the Museum Boijmans Van Beuningen (2014)
Bosch to Bloemaert. Early Netherlandish Drawings (2017)
Research Show research Netherlandish Drawings of the Fifteenth and Sixteenth Centuries
Literature Boon 1978, p. 50, under no. 136; Stampfle 1991, p. 29 under no. 50; S. New York 2010, p. 340 Publications after 2012: S. Alsteens, 'The Drawings of Pieter Coecke van Aelst', Master Drawings 52/3 (2014), pp. 275-362, no. A22, ill. 36
Material
Object
Technique
Brown wash > Washing > Wash > Drawing technique > Technique > Material and technique
Geographical origin Southern Netherlands > The Netherlands > Western Europe > Europe

Entry catalogue Netherlandish Drawings of the 15th and 16th Centuries.

Author: Judith Niessen

This description is currently only available in Dutch.

Deze tekening en een Ecce homo in dit museum (inv. nr. MB 1958/T 10) maken deel uit van een Passiereeks waartoe ook twee voorstellingen Christus voor Caiaphas (afb) en De doornenkroning (afb) in New York behoren.1 Alle vier zijn uitgevoerd in dezelfde techniek. De toeschrijving aan Pieter Coecke van Aelst, onder welke naam de tekeningen ook zijn aangekocht, is onbetwist. Ze zijn niet alleen van hoge kwaliteit, maar tevens zeer verwant aan twee gesigneerde tekeningen van Coecke, Het herberginterieur, ook in dit museum (inv. nr. MB 330) en De apostel Paulus voor koning Agrippa in Wenen.2 Zoals gebruikelijk tekende Coecke in eerste instantie de contouren in bruine inkt met een fijne pen over een ondertekening in zwart krijt, waarna hij volume creëerde met wassingen in dezelfde kleur. De krullerige pennestreek in de begroeiing en achtergrond van de tekening geeft de tekening een zekere frivoliteit, die het werk van Coecke kenmerkt. Enkele gezichtstypen in deze voorstellingen zijn ook door hem gebruikt in de twee gesigneerde werken. Zo is het gezicht van de soldaat die het kruis van Christus ondersteunt vrijwel identiek aan dat van de vrouw uit het Rotterdamse Herberginterieur, die rechtsacher aanwijst hoeveel al gedronken is. De gesticulerende man in het midden van de toeschouwers bij Christus aan het volk getoond vindt zijn evenknie in de Weense tekening, waar hij naast Agrippa is afgebeeld.

De vier tekeningen variëren aan de bovenzijde in afwerking. Waar De kruisdraging alleen een afgeronde top heeft, wordt deze afronding bij Christus aan het volk getoond en De doornenkroning afgesloten door twee uitstekende hoeken en heeft Christus voor Caiaphas één uitstekende hoek aan de linkerbovenzijde. Alsteens maakt aannemelijk dat de vier tekeningen in verband kunnen worden gebracht met reisaltaartjes met taferelen van de passie, waarvan een intact exemplaar zich bevindt in de Wernher collectie in Londen (afb. 1).3 Dit altaar bestaat uit twee afzonderlijke centrale panelen die rug aan rug met elkaar verbonden zijn. Beide worden geflankeerd door zijluiken die aan de voor- en achterzijde beschilderd zijn, die dezelfde variatie in vorm tonen als de vier tekeningen (afb. 2). Het reisaltaar was specifiek bestemd voor devotie en was geen statisch object dat in geopende toestand moest worden bekeken. Door de constructie en plaatsing van de diverse taferelen ten opzichte van elkaar kon de beschouwer het alleen in één bepaalde volgorde openen en zo het verhaal van de passie van Christus mee beleven.4

Twee voorstellingen van het Wernher-altaar, De doornenkroning en De kruisdraging, zijn afgeleid van de tekeningen met hetzelfde onderwerp. Bij de geschilderde Kruisdraging ontbreekt alleen de processie achter Christus en is de voorstelling aan alle zijden ingekort.

Door de overtuigende toeschrijving van de tekeningen aan Pieter Coecke van Aelst, kan ook dit altaar, dat in het verleden werd geassocieerd met Jan Gossaert, worden geplaatst in Coecke’s omgeving of werkplaats.5 Het atelier van Pieter Coecke was blijkbaar gespecialiseerd in dergelijke devotiestukken: de afgelopen jaren verscheen nog een aantal geschilderde passievoorstellingen in dezelfde stijl op de markt, die samen een soortgelijk altaar moeten hebben gevormd.6 De nauwkeurig uitgewerkte tekeningen tonen geen sporen van overbrenging naar een ander blad of paneel. Ze dienden wellicht als modeltekeningen, waaruit een opdrachtgever composities kon kiezen voor de productie van een devotiealtaar.7 De voorstellingen houden bij de omkadering vrij abrupt op. Dit kan erop duiden dat Coecke van Aelst eenzelfde manier van werken had als Lambert van Noort enige jaren na hem.8 In dat geval vervaardigde Coecke voorafgaand aan deze tekeningen iets grotere schetsen van de voorstelling, die hij één op één overnam op het gewenste formaat, waardoor een klein deel van de voorstelling werd afgesneden.

Het monogram YC of JC aan de voorzijde van alle vier de tekeningen, dat volgens verwijst volgens Stampfle naar Jesus Christus, is mogelijk dat van een verzamelaar.

[caption id="attachment_13702" width="800" align="alignleft"]fig. 3 Studio of Coecke van Aelst. Passion Altar, 16th century. London, Wernhercollection, inv. no. KOII219fig. 3 Studio of Coecke van Aelst. Passion Altar, 16th century. London, Wernhercollection, inv. no. KOII219[/caption]

Footnotes

1 New York, The Morgan Library & Museum, inv. nrs. 1967.10-1967.11; Stampfle 1991, nrs. 50-51, ills.

2 Inv. no. MB 330 en Wenen, Albertina, inv. nr. 7851; Benesch 1928, nr. 53.

3 Londen, Wernher collection, Ranger’s House, inv. nr. KOII2I9; Alsteens in New York/London 2010, p. 340.

4 Voor een uitgebreide uitleg van de constructie van dit altaar en de volgorde van opening van de luiken, zie: Finaldi 2000, nr. 57.

5 Alsteens in New York/London 2010, p. 340.

6 Zie voor de verblijfplaatsen van deze panelen: Alsteens in New York/London 2010, p. 340, n. 4.

7 Konowitz 1990, p. 152.

8 Zie MB 1768, Lambert van Noort, Joris neemt afscheid van de Koning van Selena en Van Ruyven-Zeman 1995, pp. 37-38.

Show research Netherlandish Drawings of the Fifteenth and Sixteenth Centuries
Show catalogue entry Hide catalogue entry

All about the artist

Pieter Coecke van Aelst (I)

Aalst 1502 - Brussel 1550

Bekijk het volledige profiel