Wij plaatsen functionele cookies om deze website naar behoren te laten functioneren, analytische cookies om het gebruik van de website te kunnen meten en marketing cookies om jouw ervaring op de website nog beter te maken. Deze cookies gebruiken geen persoonsgegevens. Liever geen cookies? Pas dan je cookie-instellingen aan. Wil je meer weten? Check dan onze cookies pagina.
Zonder tijdslot kun je het depot niet bezoeken
Ontdek het depot eenmalig of vaker als een privilege- of vriendenpashouder
Tickets
Wil jij ook meer Boijmans beleven of geef je een Vriendschap cadeau? Word dan Vriend en word uitgenodigd voor de jaarlijkse Museumpark Vriendendag. Zien we jou of jouw vriend snel in het depot?
Word vriend
Auteur: Yvonne Bleyerveld
Crispijn de Passe de Oudere begon zijn carrière als graveur in Antwerpen, waar hij samenwerkte met vooraanstaande prentontwerpers en -uitgevers.1 In 1589 vestigde hij zich in Keulen, nadat hij als doopsgezinde kunstenaar Antwerpen om geloofsredenen had moeten verlaten. Daar begon hij een prentenuitgeverij, waar hij vooral door hemzelf ontworpen en gegraveerde prenten uitgaf: portretten van vorsten, geleerden en notabelen en religieuze, mythologische en allegorische voorstellingen. Zijn uitgeverij groeide uit tot een bloeiend bedrijf met internationale contacten onder Europese boek- en prentenhandelaren, kunstenaars, humanisten, dichters en drukkers.
In 1611, toen alle doopsgezinden gedwongen werden Keulen te verlaten, vestigde De Passe zich in Utrecht. Daar kwam zijn prentbedrijf opnieuw tot bloei en begonnen ook zijn kinderen Crispijn de Jongere, Simon, Willem en Magdalena de Passe als graveurs hun aandeel te leveren. In de periode 1564-1670 vervaardigden Crispijn de Passe en zijn kinderen gezamenlijk meer dan 14.000 prenten met uiteenlopende thema’s, bestemd voor een internationale markt. Daarnaast produceerde de familie circa 50 prentenboeken of geïllustreerde werken. De kinderen maakten naam als zelfstandig tekenaars en graveurs, terwijl vader Crispijn de spil van familiebedrijf bleef. Hij gaf prenten van zijn kinderen uit, financierde projecten van Crispijn de Jongere, onderhield belangrijke handelscontacten en had alle koperplaten (het grootste kapitaal van de uitgeverij) in zijn bezit. Veel van de bewaard gebleven tekeningen van De Passe (religieuze en mythologische scènes, portretten en allegorieën) zijn ontwerpen voor zijn prenten.