De Antwerpse schilder Pieter Paul Rubens werd al op jonge leeftijd aangesteld als hofschilder van de hertog van Mantua in Italië. In 1603 reisde hij naar Madrid, waar hij aan het Spaanse hof de schilderijen van Titiaan en Rafaël te zien kreeg. Vervolgens reisde hij tussen 1604 en 1608 naar Mantua, Rome, Genua en Milaan. Hij bestudeerde er vooral de schilderkunst van Titiaan en Michelangelo, en was onder indruk van het werk van Caravaggio, van wie hij een werk kocht. Na terugkeer in Antwerpen werkte hij tot zijn dood als hofschilder van de Spaanse regenten van de Nederlanden. Hij bouwde een op Italiaanse stadspaleizen geïnspireerd woonhuis in Antwerpen, en startte een bloeiend atelier. Talloze kunstenaars, onder wie beroemdheden als Anthonie van Dijck en Jacob Jordaens, werden in zijn atelier opgeleid. Rubens liet veel werk aan zijn assistenten over, maar voerde zorgvuldig de regie. Hij was een van de meest invloedrijke schilders van zijn tijd en de grootste exponent van de barok in het noorden.
Peter Paul Rubens
Siegen 1577 - Antwerpen 1640