Jacopo Robusti werd Tintoretto (ververtje) genoemd, omdat zijn vader lakenverver was. Hij schijnt korte tijd bij Titiaan in de leer te zijn geweest. In 1539 werd hij meester in het gilde, maar geen enkel werk dat vóór 1545 is ontstaan, kan met zekerheid aan hem toegeschreven worden. Zijn faam verwierf hij met "Het wonder van de H. Marcus", een werk dat hij in 1548 voor de Scuola di San Marco vervaardigde. Het werk werd uitbundig geprezen door de literator Pietro Aretino. Tintoretto's naam was hiermee gevestigd. Zo kreeg hij na de branden in het dogenpaleis in 1574 en 1577 samen met Veronese opdracht het interieur te decoreren. Evenals Titiaan bezat Tintoretto een groot atelier om aan de talloze opdrachten te kunnen voldoen. Hij werd daarbij onder meer geassisteerd door zijn zonen Domenico en Marco en zijn dochter Marietta. Naast werk voor de staat vervulde hij ook opdrachten voor de grote Broederschappen. Zelf werd hij in 1565 lid van de Scuola di San Rocco. Vanaf 1576 ontving hij van deze broederschap een jaargeld voor de decoratie van hun gebouw. Deze opdracht hield hem tot 1588 bezig. Tintoretto was de laatste grote meester van de Venetiaanse schilderkunst. Deze werd pas weer belangrijk door het werk van de 18de-eeuwse schilder Giovanni Battista Tiepolo.
Jacopo Tintoretto (Jacopo Comin, Jacopo Robusti)
Venetië 1518/1519 - Venetië 1594