De Italiaanse kunstenaar Fred Carasso (1899-1969), geboren als Frederico Antonio Carasso, vestigde zich in 1934 voorgoed in Nederland. Hij verwierf vooral bekendheid als beeldhouwer van monumentale werken in de openbare ruimte, waaronder het beeld Prometheus (1947) voor het Olympisch Stadion in Amsterdam en het nationale monument voor de koopvaardij ‘De Boeg’ (1957-1965) aan de Maas in Rotterdam. Maar hij was ook een gepassioneerd tekenaar. De werken op papier zijn soms gemaakt als voorstudies voor zijn sculpturen, maar vaker gaat het om op zichzelf staande werken. Het papier gaf hem de vrijheid om te experimenteren met vorm en stijl, maar bood hem tegelijkertijd een vrijplaats voor ongefilterde kritiek op politiek en maatschappij.
Al vroeg richtte Fred Carasso zich tegen de kerkelijke en wereldlijke autoriteiten. Hij sloot zich op jonge leeftijd aan bij de communistische partij en tekende voor het Italiaanse dagblad l’Ordine Nuovo. Vooral hypocrisie en ongelijkheid in de samenleving werden door hem spottend verbeeld.
Onder druk van het oprukkende fascisme verliet Carasso in 1922 zijn geboorteland. Tijdens de omzwervingen door Frankrijk, België en Luxemburg die volgden, bleef hij politiek betrokken. Hij bracht in zijn tekeningen onder meer het lot van gevangenen en andere onderdrukten onder de aandacht. Toen hij eind jaren 20 wegens zijn politieke engagement Frankrijk werd uitgezet, leek hij zijn eigen angst en moedeloosheid te verbeelden door een man te tekenen die tegen een hoge stenen muur werd gedrukt. De veelal karikaturale politieke tekeningen die Carasso in de jaren 30 in België maakte, signeerde hij, om zijn vrijheid te waarborgen, met het pseudoniem Fred Deltor.
De kritische toon van zijn werk maakte dat Carasso in 1934 ook in België niet langer welkom was. In Nederland zou hij alleen in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning als hij zich niet politiek zou uiten. Zijn werk kreeg noodgedwongen een ander karakter, persoonlijke gevoelens van angst, verlangen en lust stonden nu centraal. Tijdens de Tweede Wereldoorlog weigerde Carasso zich aan te sluiten bij de Kultuurkamer van de Duitse bezetter, waardoor het onmogelijk werd om zijn werk te exposeren. Pas na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij weer vrijheid om zich te uiten.

Fred Carasso
Carignano 1899 - Amsterdam 1969