Gerard ter Borch werd evenals zijn broers en zusters door zijn vader gestimuleerd zich in de kunst te bekwamen. Al vroeg bereikte hij een hoog niveau in zijn werk. Al op 18-jarige leeftijd, na nauwelijks meer dan één leerjaar bij Pieter de Molijn, werd hij in 1635 als meester in het Haarlemse gilde opgenomen.
Na 1635 brak er voor Ter Borch een meer dan 10-jarige periode van reizen aan. Eerst ging hij naar Londen, waar hij bij zijn oom, de graveur Robert van Voerst, ging werken. Na diens dood keerde hij terug naar Zwolle om van daaruit naar Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje te reizen. Van 1645 tot 1648 verbleef hij in Munster, waar hij getuige was van de vrede van Munster, een historische gebeurtenis die hij op een schilderij vastlegde. Dat werk bevindt zich in de National Gallery in Londen.
Na zijn terugkeer verbleef hij achtereenvolgens in Amsterdam, Den Haag, Kampen en Delft. In 1654 trouwde hij met Geertruyt Matthijs en vestigde zich als welgesteld en voornaam burger in Deventer, waar hij in 1666 een openbaar ambt uitoefende. Ter Borgh is vooral bekend als portret- en genreschilder.
Gerard ter Borch (II)
Zwolle 1617 - Deventer 1681