Van zijn vader, Dirck Both, die glasschilder was, leerde Jan Both de eerste beginselen van het vak en hij werd verder als schilder opgeleid bij de nestor van de Utrechtse schilderschool, Abraham Bloemaert. In 1638 voegde hij zich in Rome bij zijn oudere broer Andries die drie jaar later in Venetië verdronk. Jan keerde vervolgens terug naar Nederland, waar in Utrecht zijn beste werken ontstonden, die tot de 'klassieke' italianiserende landschappen worden gerekend. Jan Both heeft slechts één schilderij gedateerd, in 1650. Nog geen 35 jaar oud stierf hij in 1652 op het hoogtepunt van zijn artistieke carrière. Hij maakte toen monumentale, zonovergoten landschappen met grote boompartijen en een levendige stoffering in de trant van de Bamboccianten. Het zuidelijk zonlicht in zijn taferelen heeft grote indruk gemaakt op Nicolaes Berchem, Aelbert Cuyp, Adam Pijnacker en andere schilders.
Jan Both
Utrecht 1615/1622 - Utrecht 1652