Auteur: Yvonne Bleyerveld (2012-11-27)
De schilder en tekenaar Jan Brueghel de Oude, die ook wel Jan Brueghel de Fluwelen genoemd wordt, was de derde zoon van Pieter Bruegel de Oude.1 Volgens Van Mander leerde hij leerde schilderen in waterverf van zijn grootmoeder Mayken Verhulst en schilderen in olieverf van de onbekende kunstenaar Pieter Goetkindt. In 1589 reisde Brueghel naar Italië, mogelijk via Keulen. In 1590 werd hij vermeld in Napels en van 1592 tot 1595 verbleef hij in Rome, waar hij Paul Bril, Hans Rottenhammer en zijn levenslange mecenas kardinaal Frederico Borromeo ontmoette.2 In 1595 en 1596 werkte hij voor kardinaal Frederico Borromeo in Milaan. Na 30 mei 1596 ondernam Brueghel de terugreis naar Antwerpen, waar hij in oktober van dat jaar vermeld werd. In het volgende jaar werd hij lid van het Antwerpse Sint-Lucasgilde. In 1604 reisde hij naar Praag.3 Vanaf 1606 is hij werkzaam voor het aartshertogelijk paar Albrecht en Isabella in Brussel. Rond 1613 reisde Jan Brueghel naar de Noordelijke Nederlanden, samen met Peter Paul Rubens en Hendrik van Balen.
Jan Brueghel liet een omvangrijk geschilderd oeuvre na, dat onder andere bestaat uit historiestukken, bloemstillevens, allegorische en mythologische scènes, berg- en boslandschappen, rivier- en zeegezichten. Collega-kunstenaars Hans Rottenhammer en Hendrik van Balen schilderden wel de figuren in zijn landschappen of bloemenguirlandes, terwijl Brueghel op zijn beurt met Rubens samenwerkte. Er bleven zo’n 150 tekeningen van zijn hand bewaard, voornamelijk landschappen, maar ook historische voorstellingen en studiebladen met figuren.4
Noten
1 Deze biografie is gebaseerd op ThB V, 1911, pp. 98-99; Turner 1996, dl. 4, pp. 913-915 (H. van Miegroet); Essen/Vienna/Antwerp 1997, pp. 21-30.
2 Voor de relatie met Paul Bril, zie Wood Ruby 1999 pp. 44-45; voor de relatie met Hans Rottenhammer, zie Essen/Vienna/Antwerp 1997, p. 23.
3 Zie voor deze reis Gerszi in Essen/Vienna/Antwerp 1997, p. 450.
4 Gerszi in Essen/Vienna/Antwerp 1997, p. 32.