Auteur: Yvonne Bleyerveld (2012-11-27)
Over de landschapschilder en tekenaar Matthijs Cock is niet veel bekend.1 Hij was een zoon van de Antwerpse kunstenaar Jan Wellens de Cock (ca. 1480-1521) en broer van de etser en prentuitgever Hieronymus Cock (ca. 1510-1570).2 Matthijs Cock zal zich vóór 1540 als meester gevestigd hebben, want in dat jaar meldde hij een leerling bij het Antwerpse Sint-Lucasgilde. Van Mander prees Cock als een uitstekend landschapschilder en de eerste die landschappen maakte ‘op de nieuw Italiaensche oft Antijcksche wijse’.3
Er worden tien tekeningen aan de kunstenaar toegeschreven, gedateerd tussen 1538 en 1544. Deze staan in de traditie van de panoramische landschappen van Joachim Patinir en kenmerken zich door een hoog standpunt. Rotsen en bergen dienen als repoussoirs en suggereren diepte.4 In 1558 etste Hieronymus Cock naar ontwerpen van Matthijs Cock een serie van veertien landschappen met bijbelse en mythologische scènes.5
Noten
1 Deze biografie is gebaseerd op Turner 1996, dl. 7, pp. 498-499 (H. Devisscher).
2 Zie voor Jan Wellens de Cock Turner 1996, dl. 7, pp. 497-498 (H. Devisscher) en recentelijk J.P. Filedt Kok in Leiden 2011, pp. 108-109. Over Hieronymus Cock, Turner 1996, dl. 7, pp. 499-500 (T Riggs).
3 Van Mander 1604 (editie Miedema), fol. 232r. Ten onrechte stelt Devisscher in Turner 1996, dl. 7, p. 498, dat Cock volgens Van Mander voor 1540 naar Italië gereisd zou zijn – Van Mander zegt niets over een Italiëreis.
4 Zie voor de karakterisering van zijn tekeningen Washington/New York 1986, nr. 34.
5 Hollstein IV, 1951, pp. 177-178, nrs. 8-21.
