Andries Copier is met zijn ruim 700 objecten (alle onderdelen meegerekend) de best vertegenwoordigde ontwerper in de collectie toegepaste kunst van het Museum Boijmans Van Beuningen. Al op dertienjarige leeftijd gaat hij bij de Leerdamse Glasfabriek werken waar zijn talent niet onopgemerkt blijft door directeur P.M. Cochius. Al snel wordt hij leerling en assistent van Jacob Jongert, die het reclamedrukwerk voor de fabriek verzorgt. In de jaren 20 begint Copier zijn eerste ontwerpen in glas te maken, zoals complete glasserviezen Smeerwortel en Peer (bij elkaar passende glazen geschikt voor verschillende alcoholische dranken). Hij baseert zijn vormen op de natuur en op wiskundige principes, maar gaat ook uit van de functionele eisen van het product, zoals de moderne architecten in die tijd ook doen. Zo laat hij zich voor het ontwerp van het Gildeglas uit 1930, zijn bekendste ontwerp, voorlichten door het gilde van wijnproevers. Naast deze zorgvuldig op papier ontworpen serieproducten bouwt Andries Copier een rijk oeuvre op van unieke, of in kleine series, ambachtelijk vervaardigde siervoorwerpen van glas waar het museum enkele voorbeelden van bezit. De kunstenaar weet tot op hoge leeftijd de grenzen van materialen en technieken op het gebied van glas te verleggen, zijn experimenten met porselein en kunststof bevinden zich ook in de collectie. Woonde en werkte in Leerdam, Amersfoort, sinds 1951 te Zeist. Opleiding Vakschool voor Typografie, Utrechts. Akademie voor B.K., Rotterdam. Lid van de raad van de Industriele Vormgeving, Rotterdam. 1950/52 gaf les aan de Kunstnijverheidsschool, Amsterdam.
