Auteur: Judith Niessen
Over het leven van de graveur en tekenaar Cornelis Cort weten we weinig.1 Hij werd geboren in Hoorn of Edam, in 1533 of 1536. Bij wie Cort werd opgeleid is niet bekend. Mogelijk werd hij als graveur geschoold door Dirck Volkertsz Coornhert, die ook de leermeester was van de uit Haarlem afkomstige graveur Philips Galle en van Hendrick Goltzius. Wel staat vast dat Cort vanaf 1560 gravures maakte voor de Antwerpse uitgeverij van Hieronymus Cock. Wellicht was het de Philips Galle – sinds 1557 werkzaam voor Cock – die Cornelis Cort bij de Antwerpse uitgever introduceerde. Tot 1565 werkte Cort uitsluitend voor Cock en graveerde voor hem ontwerptekeningen van Frans Floris en Maarten van Heemskerck. Waarschijnlijk woonde de kunstenaar toen in of nabij Antwerpen.
In 1565 reisde Cort naar Italië, waar hij de rest van zijn leven woonde en werkte. In 1565-66 verbleef hij in Venetië, waar hij in dienst was van Titiaan en prenten naar diens werken graveerde. In het najaar van 1566 arriveerde Cort in Rome, waar hij voor verschillende uitgevers werkte. Hij graveerde naar ontwerptekeningen van Frederico Zuccaro, Giulio Clovio en Girolamo Muziano. Daarnaast reproduceerde hij werken van meesters uit de eerste helft van de zestiende eeuw, zoals Rafael, Correggio en Giulio Romano. In 1569-1570 was Cort korte tijd in dienst van Cosimo I de Medici in Florence; in 1571-72 verbleef de graveur voor een tweede maal in Venetië om voor Titiaan te werken. Over zijn persoonlijk leven in Italië is niets bekend, maar wel werd Cort dankzij zijn technische vaardigheden als een van de beste graveurs van zijn tijd beschouwd. Aan de kunstenaar – van wie wordt aangenomen dat hij maar zelden ontwerptekeningen voor prenten maakte – wordt een klein oeuvre aan tekeningen toegeschreven, bestaande uit voorstellingen van antieke ruïnes en landschappen.2
