Jan Frans van Dael studeerde aan de academie van Antwerpen, waar hij in 1784 en 1785 de architectuurprijs won. In 1786 vertrok hij naar Parijs, waar hij begon als medewerker bij de decoratie van de paleizen van Chantilly, Saint-Cloud en Bellevue. Onder invloed van Gerardus van Spaendock (1746-1822), leraar en tekenaar aan de Botanische Tuin te Parijs, begon hij kort daarna met het schilderen van bloemstillevens. Vanaf 1793 woonde hij in het Louvre. Van 1806 tot 1817 resideerde hij als een door de staat beschermd kunstenaar in de Sorbonne. Van Dael had veel succes met zijn werk. Zo bezat keizerin Josephine 5 schilderijen van zijn hand. Ook op de Salon was hij veelvuldig te zien. Van 1793 tot 1833 stuurde hij zijn werk op, dat ook geƫxposeerd werd. Na de val van het keizerrijk bleef de vorstelijke belangstelling voor zijn werk bestaan. Van Dael heeft een sterke invloed uitgeoefend op zijn leerlingen. Opvallend genoeg was een groot deel daarvan vrouw.
Jan Frans van Dael
Antwerpen 1764 - Parijs 1840