Salvador Dalí leerde tijdens zijn studie in Madrid de schrijver André Breton kennen, de grondlegger van de surrealistische beweging. In 1924 schreef Breton het eerste surrealistische manifest, waarin de psychoanalyse van Sigmund Freud een sleutelrol vervulde. Dalí zag in de psychoanalyse, de leer van het onderbewustzijn, en de droomwereld zijn belangrijkste inspiratiebron. In 1927/28 was Dalí in Parijs, waar hij deel uit ging maken van de avant-garde. Na een verblijf in de Verenigde Staten, vestigde Dalí zich in zijn geboortedorp Figueras in Spanje. Zijn bekendste werken zijn de schilderijen uit de jaren 30. Maar Dalí maakte ook tekeningen, collages, foto's, films, modeontwerpen en theaterdecors. In 1970 organiseerde Museum Boijmans Van Beuningen voor het eerst een grote overzichtstentoonstelling van zijn werk. In 2005 was tijdens de tentoonstelling 'Alles Dalí' een overzicht te zien van Dalí's werk voor commerciële opdrachtgevers, het theater en filmmakers.
