Francisco José de Goya y Lucientes is een van de bekendste Spaanse kunstenaars, vooral vanwege zijn flamboyante schilderstijl en zijn eigenzinnige onderwerpskeuze en wordt wel ‘de laatste der oude en de eerste der moderne meesters’ genoemd. Terwijl tijdgenoten geïdealiseerde lichamen en verstilde scènes uit de klassieke oudheid afbeelden, schildert Goya met snelle, losse verfstreken eigentijdse mensen. Hij is een belangrijke voorloper geworden van de moderne kunst. Zijn expressieve stijl is een voorbeeld voor impressionistische schilders uit de 19de eeuw, zoals Édouard Manet, en zijn droomachtige fantasiebeelden spreken surrealistische kunstenaars als Salvador Dalī erg aan.
Tijdens zijn leven is Goya al geliefd bij de Spaanse rijke burgers en edelen, die hij kleurrijk en statig portretteert. Via zijn leermeester Francisco Bayeu werkt Goya zich in 1786 zelfs op tot hofschilder van de koning. In zijn koninklijke portretten is de invloed te herkennen van grootmeesters uit de Spaanse 17de-eeuwse schilderkunst, met name van Diego Velázquez. Het werk dat Goya voor eigen rekening maakt, is daarentegen vaak grimmig en zeer persoonlijk. Met afgebeelde bijgelovige mensen, heksen en monsters geeft Goya kritiek op de kerk en op zijn onwetende medemens en tegelijk is het een verbeelding van zijn eigen fantasie. Met een soms intens donker palet benadrukt Goya het drama en de emotie nog eens extra.
Goya’s donkere kant komt ook naar voren in zijn prentenserie over de verschrikkingen van de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1808-1814). Bijna zoals een moderne oorlogsfotograaf geeft hij de gruwelijke realiteit weer zoals hij die ter plekke waarneemt. Toppunt van Goya’s persoonlijke expressie zijn de horror-achtige ‘Pinturas Negras’ (Zwarte Schilderijen) uit 1820-23, die Goya op de muren van zijn eigen huis schildert. Goya’s groteske visioenen met maatschappijkritiek zijn een grote inspiratiebron geweest voor moderne kunstenaars als Pablo Picasso en beïnvloeden ook nu nog kunstenaars, zoals Paul McCarthy of The Chapman Brothers.
Goya’s leven kent, net als zijn werk, lichte en donkere kanten. Na een zware ziekte in 1792 is Goya geheel doof en blijft zijn verdere leven last houden van ziekteverschijnselen. Ook verliest hij al zijn kinderen, behalve de jongste. Aan het eind van zijn leven verhuist Goya naar Bordeaux, Frankrijk en kan ondanks donkere periodes in zijn leven terugkijken op een glansrijke schilderscarrière.
Francisco Goya
Fuendetodos 1746 - Bordeaux 1828