In 1930 werd dit object afgebeeld in het tijdschrift 'Le surréalisme au service de la Révolution'. Daarna ging het verloren. In 1973 maakte Dalí een reconstructie, die hier te zien is. Het is een raadselachtig object dat is samengesteld uit een schoentje, een beker melk, suikerklontjes, een luciferdoosje en schaamhaar.
Objet scatologique à fonctionnement symbolique (Scatologisch object dat symbolisch functioneert)
Salvador Dalí (in 1931 (1973))
Specificaties
Titel | Objet scatologique à fonctionnement symbolique (Scatologisch object dat symbolisch functioneert) |
---|---|
Materiaal en techniek | Hout, schoen, karton, gips, textiel, haar, marmer, glas, kaarsvet, messing, lood, gouddraad en ontwikkelgelatinezilverdruk op barietpapier |
Objectsoort |
Assemblage
> Driedimensionaal object
> Kunstvoorwerp
|
Locatie | Dit object is in het depot |
Afmetingen |
Breedte 24 cm Hoogte 48 cm Diepte 14 cm |
---|---|
Makers |
Kunstenaar:
Salvador Dalí
|
Inventarisnummer | BEK 1714 a-c (MK) |
Credits | Aankoop met steun van Stichting Museum Boijmans Van Beuningen, 2001 |
Collectie | Moderne Kunst |
Verwervingsdatum | 2001 |
Vervaardigingsdatum | in 1931 (1973) |
Signatuur | signatuur, gegraveerd op bronzen plaque |
Gerechthebbenden | © Salvador Dalí, Fundación Gala-Salvador Dalí, c/o Pictoright Amsterdam 2022 |
Herkomst | Max Clarac-Sérou, Parijs; The Mayor Gallery, Londen |
Tentoonstellingen | Salvador Dalí, Humlebaek (Louisiana Museum of Modern Art) 06.10.1973 – 02.12.1973 Salvador Dalí, Stockholm (Moderna Museet) 26.12.1974 – 24.02.1974 Schuhwerke: Aspekte zum Menschenbild, Neurenberg (Kunsthalle Nürnberg) 28.05.1976 – 26.09.1976 Dada and Surrealism Reviewed, Londen (Hayward Gallery) 11.01.1978 – 27.03.1978 Salvador Dalí: rétrospective, 1920-1980, Parijs (Centre Pompidou, Musée national d’art moderne) 18.12.1978 – 21.04.1979 Salvador Dalí, Stuttgart (Staatsgalerie Stuttgart) 12.05.1989 – 23.07.1989, Zürich (Kunsthaus Zürich) 18.08.1989 – 22.10.1989, Humlebaek (Louisiana Museum of Modern Art) 16.12.1989 – 11.03.1990 André Breton et le surréalisme, Parijs (Centre Pompidou, Musée national d’art moderne) 25.04.1991 – 26.08.1991, André Breton y el surrealismo, Madrid (Museo Nacional Centro de Arte Reina Rofia) 01.10.1991 – 02.12.1991 Féminin – Masculin, le sexe d’art, Parijs (Centre Pompidou, Musée national d’art moderne) 26.10.1995 – 12.02.1996 Surrealism: Desire Unbound, Londen (Tate Modern) 20.09.2001 – 16.12.2001, New York (Metropolitan Museum of Art) 28.01.2002 – 12.05.2002 Dalí. The Centenary Retrospective, Venetië, Palazzo Grassi, 12.09.2004 – 16.01.2005, Philadelphia (The Philadelphia Museum of Art) 16.02.2005 – 15.05.2005 Alles Dalí. Film, mode, fotografie, design, reclame, schilderkunst, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 05.03.2005 – 12.06.2005 Collectie – surrealisme, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 11.02.2017 – 28.05.2017 |
Interne tentoonstellingen |
De collectie als tijdmachine (2017) Collectie - surrealisme (2017) |
Externe tentoonstellingen |
De tranen van Eros - Moesman, surrealisme en de Seksen (2020) |
Onderzoek |
Toon onderzoek Digitising Contemporary Art Toon onderzoek Een droomcollectie - Surrealisme in Museum Boijmans Van Beuningen |
Literatuur | D. Abadie, J. Green, P. Hultén, Salvador Dalí: rétrospective 1920-1980, tent.cat. Parijs (Centre Georges Pompidou), 1979, p. 219, afb. 155 D. Ades, Dalí, Londen 1982, p. 154 J. Mundy (red.), Surrealism. Desire unbound, tent.cat. Londen (Tate Modern), New York (The Metropolitan Museum of Art), Londen 2001, p. 35, afb. 21 J. Guldemond (red.), Alles Dalí, film, mode, fotografie, design, reclame, schilderkunst, tent.cat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), Barcelona (Caixa Forum), Madrid (Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofia), Rotterdam 2005, p. 230 G. Wood, T. te Duits (red.), Vreemde dingen: Surrealisme en design, tent.cat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), 2007, pp. 19, 68-69 I. Pfeiffer, M. Hollein (red.), Three-Dimensional Objects from Dalí to Man Ray, tent.cat. Frankfurt (Schirn Kunsthalle), 2011, pp. 22, 28, 227-228 J.-H. Martin et al., Dalí: ouvrage publié à l’occasion de l’exposition présentée à Paris, tent.cat. Parijs (Centre Georges Pompidou), Madrid (Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofía), Parijs 2012 , p. 182 Een droomcollectie, tent.cat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), 2017, cat.nr. 14, p. 69 |
Materiaal |
Barietpapier
> Fotopapier
> Papier
> Plantaardig materiaal
> Organisch materiaal
> Materiaal
> Materiaal en techniek
Gips
> Mineraal
> Mineralen en gesteenten
> Anorganisch materiaal
> Materiaal
> Materiaal en techniek
Marmer
> Metamorf gesteente
> Steen
> Mineralen en gesteenten
> Anorganisch materiaal
> Materiaal
> Materiaal en techniek
Textiel
> Bewerkte vezel
> Vezel
> Plantaardig materiaal
> Organisch materiaal
> Materiaal
> Materiaal en techniek
|
Object | |
Techniek |
Ontwikkelgelatinezilverdruk
> Bromidedruk
> Fotografische techniek
> Machinaal (vlakdruk)
> Vlakdruktechniek
> Druktechniek
> Techniek
> Materiaal en techniek
|
Zie je iets wat niet klopt of heb je aanvullende informatie over dit werk? Stuur ons een berichtje
Entry bestandscatalogus Digitising Contemporary Art, Een droomcollectie - Surrealisme in Museum Boijmans Van Beuningen
Auteur: Marijke Peyser
De Spaanse kunstenaar Salvador Dalí wordt in 1929 door André Breton ingelijfd bij de surrealistische beweging en verhuist van zijn geboorteplaats Figueres naar Parijs. In hetzelfde jaar maakt hij met Louis Buñuel de film Un chien andalou. Breton prijst Dalí in het tweede surrealistische manifest vanwege zijn omgang met het onderbewuste. Binnen de beweging is eind jaren twintig een strijd gaande over het al dan niet opgaan in de communistische beweging. Er worden verschillende voorstellen gedaan om de groep bij elkaar te houden, waaronder een voorstel van Dalí voor het maken van surrealistische objecten. In december 1931 publiceert hij de tekst ‘Objets surréalistes’ in het tijdschrift Le Surréalisme au service de la révolution.[1] Hierin beschrijft hij onder meer Objet scatologique à fonctionnement symbolique uit 1931 – de versie in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen is een latere editie uit 1973. Dalí rangschikt het object in de groep waaraan hij de naam Objets à fonctionnement symbolique verbindt: ‘deze objecten, die een minimale mechanische werking hebben, zijn ontleend aan hallucinaties en voorstellingen die kunnen worden opgeroepen door handelingen waarvan men zich niet bewust is’.[2] De andere categorieën die Dalí noemt zijn: Objets transsubstanciés, Objets à projeter, Objets enveloppés, Objets-machines en Objets-moulages.
Wat betreft zijn surrealistische objecten sluit Dalí zich aan bij Sigmund Freuds definitie van fetisjisme: deze zouden de onderdrukte, vaak seksuele verlangens van de beschouwer bevredigen.[3] De onderdelen van Dalí’s assemblage Objet scatologique à fonctionnement symbolique zijn exemplarische voorwerpen die bij de fetisjist lustgevoelens oproepen. Hierbij wordt het lustgevoel verplaatst van de geliefde zelf naar een onderdeel, een symbool of een kledingstuk. Om de seksuele context nog eens te onderstrepen heeft Dalí een pornografische foto, schaamhaar en een nepdrol toegevoegd.
Aanvankelijk maakten surrealistische kunstenaars geen sculpturen en objecten. De vroegste stammen vanaf 1930, met Giacometti’s Boule suspendue als een van de eerste voorbeelden. De reden hiervoor was dat er voor het maken van een sculptuur of een uit gevonden voorwerpen samengesteld object tijd nodig was. Dit lijkt moeilijk verenigbaar met de wens uitdrukking te willen geven aan het irrationele, het onderbewuste en de droom. Desondanks zijn objecten tegenwoordig niet meer weg te denken uit het absurdistische arsenaal van de surrealisten. Boule suspendue bestaat uit een bal met een spleet die aan een draad boven een voorwerp met een scherpe rand hangt. De bal komt net niet in aanraking met het scherpe voorwerp, maar kan eenvoudig in beweging worden gebracht. Dalí is niet de enige die Giacometti’s object bewondert; het voorwerp veroorzaakt een sensatie bij de surrealisten.[4] In de jaren dertig maken kunstenaars als Meret Oppenheim, Marcel Jean, Oscar Domínguez, Roland Penrose en Eileen Agar ook surrealistische objecten. In zijn autobiografie vertelt Dalí hoe hij zich inzette voor de promotie van het surrealistische object met een erotische lading dat ook door eenieder gemaakt en gemanipuleerd kon worden.[5]
Alles over de maker
Salvador Dalí
Figueras 1904 - Figueras 1989
Salvador Dalí leerde tijdens zijn studie in Madrid de schrijver André Breton kennen, de grondlegger van de surrealistische beweging. In 1924 schreef Breton...
Bekijk het volledige profiel