Piet Ouborg had zich in 1916 als tekenleraar in het toenmalig Nederlands Indië gevestigd. Hij bleef daar 22 jaar en maakte er een aantal min of meer surrealistische schilderijen, die in 1932 voor het eerst in Nederland werden getoond. Daar zag men toen nog niets in deze dromerige en soms wat kinderlijke beelden. Ook zijn handelaar meende dat Ouborg er dertig jaar te vroeg mee was gekomen.
Specificaties
Titel | Compositie |
---|---|
Materiaal en techniek | Olieverf op doek |
Objectsoort |
Schilderij
> Schildering
> Tweedimensionaal object
> Kunstvoorwerp
|
Locatie | Dit object is in het depot |
Afmetingen |
Hoogte 36,5 cm Breedte 44,5 cm |
---|---|
Makers |
Kunstenaar:
Piet Ouborg
|
Inventarisnummer | 3580 (MK) |
Credits | Aankoop met gelden uit de nalatenschap van mevrouw N.C. van Riemsdijk-Borsje, 2007 |
Collectie | Moderne Kunst |
Verwervingsdatum | 2007 |
Vervaardigingsdatum | in 1931 |
Herkomst | Johannes en Cricri Tielrooy, Amsterdam; In bruikleen aan het Dordrechts Museum 1985-2007; Christie’s Amsterdam, 4 december 2007, lot. 107 |
Tentoonstellingen | Piet Ouborg, Haarlem (Kunsthandel De Bois) 06.10.1931 – 16.10.1931 Piet Ouborg, Heimwee naar het hart der dingen, Dordrecht (Dordrechts Museum) 24.10.1993 – 09.01.1994 Collectie – surrealisme, Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen) 11.02.2017 – 28.05.2017 |
Interne tentoonstellingen |
De Collectie Verrijkt (2011) De collectie als tijdmachine (2017) Collectie - surrealisme (2017) |
Externe tentoonstellingen |
Only the Marvelous is Beautiful (2022) Surrealist Art - Masterpieces from Museum Boijmans Van Beuningen (2021) Dalí, Magritte, Man Ray and Surrealism. Highlights from Museum Boijmans Van Beuningen (2023) A Surreal Shock – Masterpieces from Museum Boijmans Van Beuningen (2021) A Surreal Shock. Masterpieces from Museum Boijmans Van Beuningen (2023) |
Onderzoek |
Toon onderzoek Een droomcollectie - Surrealisme in Museum Boijmans Van Beuningen |
Literatuur | L. ten Duis, A. Haase, Ouborg: schilder, tent.cat. Enschede (Rijksmuseum Twenthe), Den Haag 1990, p. 107 Een droomcollectie, tent.cat. Rotterdam (Museum Boijmans Van Beuningen), 2017, cat.nr. 93 |
Materiaal | |
Object |
Entry bestandscatalogus Een droomcollectie - Surrealisme in Museum Boijmans Van Beuningen
Auteur: Marijke Peyser
Piet Ouborg verblijft vanaf 1916 in Nederlands-Indië om de dienstplicht te ontlopen. Daar maakt hij voor het eerst kennis met publicaties over het surrealisme. Ook ontmoet hij er de schilders Jan Frank en Adolf Breetveld, en in 1929 de literatuurcriticus Johannes Tielrooy.[1] Tielrooy is als hoogleraar Franse taal- en letterkunde goed op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen in de Franse literatuur en beeldende kunst en deelt zijn passie met Ouborg via artikelen, boeken en tijdschriften, zoals Cahiers d’Art.[2] Artikelen over surrealistische kunstenaars als André Masson, Joan Miró, Yves Tanguy en Max Ernst, verlevendigd met afbeeldingen van hun werk, geven een uitstekend beeld van wat er op kunstgebied speelt in de Franse hoofdstad.[3]
In januari 1931 gaat Ouborg voor de tweede keer naar Nederland.[4] De Nederlandse schilderkunst stelt hem teleur. Ouborg vraagt zich af waar het nieuwe leven is – of er wel nieuw leven is, want innovatie in de schilderkunst is er nauwelijks.[5] Het surrealisme is niet erg geliefd in Nederland. Daarentegen maakt de overzichtstentoonstelling van hedendaagse kunst L’art vivant en Europe die in april en mei van dat jaar in Brussel gehouden wordt, grote indruk op Ouborg.[6] Werken van Joan Miró, Giorgio de Chirico, André Masson, Jean (Hans) Arp en Salvador Dalí ziet hij nu in levende lijve. Of Ernsts schilderij Figure anthropomorphe et fleur coquillage (1931) in Brussel tentoongesteld werd, is niet na te gaan. De ruimte gesuggereerd door de tweedeling en de horizon evenals de zwevende abstracte vorm zijn elementen die ook aanwezig zijn in Ouborgs schilderijen Opengaande Stilte en Compositie; mogelijk zijn beide werken geïnspireerd door het schilderij van Ernst. In 1931 krijgt Ouborg ook zelf een tentoonstelling van surrealistisch werk in de galerie J.H. de Bois in Haarlem. Compositie is een van de tentoongestelde schilderijen.
Na een verblijf van meer dan twintig jaar in Nederlands-Indië keert Ouborg in 1938 naar Nederland terug.[7] Een belangrijke reden is de gezondheid van zijn vrouw die het drukkende tropische klimaat steeds moeilijker kan verdragen. Ouborgs terugkeer brengt aanvankelijk weinig merkbare veranderingen in zijn schilderstijl teweeg. De werken die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog ontstaan, vormen een logische voortzetting van het figuratieve werk dat hij in de kolonie maakt van tempels en offerplaatsen.[8] Omstreeks 1944 keert Ouborg terug naar het abstracte idioom dat hij rond 1931 gebruikt. Dit betekent overigens niet dat de figuratie uit zijn werk verdwijnt. Hij blijft figuratie en abstractie door en naast elkaar gebruiken, al komt de nadruk vanaf ongeveer 1944 weer op de abstractie te liggen.
Noten
[1] Enschede 1990, p. 13.
[2] Idem, p. 17.
[3] Idem, p. 37.
[4] Zijn eerste verlof was in 1923-1924.
[5] Enschede 1990, p. 25: dit schrijft Ouborg in een brief aan Johannes Tielrooy, 24 juni 1931.
[6] Ibid.
[7] In Nederlands-Indië werkt Ouborg als tekenleraar en onderwijzer.
[8] Enschede 1990, p. 53: de kenner van Ouborgs werk, W. Jos de Gruyter, heeft na Ouborgs overlijden zijn werk uit de oorlogsjaren de ruime aanduiding 1940-1945 gegeven.