Boris van Berkum is een neo-kunstenaar. Zoals kunstenaars zich in de 18de en 19de eeuw de beeldtalen van de klassieke en gotische kunst toe-eigenden, zo smelt hij stijlen en vormen uit verschillende tijden, wereldculturen en religies in zijn beeldengroepen samen. Klassieke torso’s en christelijke symbolen zijn gecombineerd met motieven die zijn ontleend aan reïncarnaties van de Indiase hindoegod Vishnu, Boeddhabuiken en 14de-eeuwse kunst uit het Koninkrijk van Ife (huidig Nigeria). De installaties zijn vervaardigd in keramiek en brons, maar ook kunststof, chocolade en suikerfondant, zoals deze Venus Pop Grotto. Met zijn werk toont Van Berkum zijn verbondenheid met kunstenaars uit vroegere perioden, wier creatieve kracht hij hergebruikt en weer doorgeeft. Zelf spreekt hij van een ‘megarenaissance’, waarin oude vormen, beelden en stijlen opnieuw tot leven komen.
, Zoals kunstenaars in de negentiende eeuw uiteenlopende historische stijlen met elkaar combineerden, zo vermengt Van Berkum in zijn sculpturen en installaties elementen van verschillende culturen en religies. Daarnaast experimenteert hij met materialen en gebruikt hij nieuwe technieken als 3D-printen naast traditionele methodes als bronsgieten.
Een goed voorbeeld van zijn eclectische werkwijze is de felgekleurde sculptuur 'Venus Pop Grotto'. De opeenstapeling van vormen - een klassieke torso die dienst doet als hoed voor een borstbeeld, gecombineerd met decoraties van paardenkoppen en pompoenen - stelt een Venusfiguur voor. Het geheel is bedekt met gemarmerde suikerfondant. Van Berkum maakte deze sculptuur voor zijn interventie Dreaming of a Mega Renaissance die in 2011 plaatsvond in Museum Boijmans Van Beuningen. Hiervoor richtte hij vier kabinetten in. Elk kabinet had een eigen thema, dat uiteenliep van de reïncarnatie van Vishnu tot een lofzang op kunstenaars uit Ife (het huidige Nigeria). In een van de kabinetten stond de 'Venus Pop Grotto' opgesteld, met coulissen eromheen die een grot voorstelden. Het kunstwerk is geïnspireerd op de artificiële grot ‘Venus Grotto’ die de Beierse koning Ludwig II in de 19de eeuw liet bouwen op het landgoed bij Schloss Linderhof. Het decor van de eerste akte van Richard Wagners opera Tannhäuser diende als voorbeeld voor de grot. Ludwig II liet meerdere excentrieke paleizen bouwen. Het kunstwerk 'Venus Pop Grotto' is dan ook een ode aan deze koning, die bekend stond als de ‘King of Neo’. Na de tentoonstelling werd het kunstwerk aangekocht en opgesteld in een vitrine in het museumrestaurant, waarbij de gedeeltelijk semitransparante ruiten de grot suggereren.
Specificaties
Titel | Venus Pop Grotto (Venus Pop Grotto) |
---|---|
Materiaal en techniek | Keramiek, lakverf, piepschuim en suikerfondant |
Objectsoort |
Sculptuur
> Driedimensionaal object
> Kunstvoorwerp
|
Locatie | Dit object is in het depot |
Afmetingen |
Hoogte 200 cm Breedte 72 cm Diepte 72 cm |
---|---|
Makers |
Kunstenaar:
Boris van Berkum
|
Inventarisnummer | BEK 1869 a-d (MK) |
Credits | Aankoop 2011 |
Collectie | Moderne Kunst |
Verwervingsdatum | 2011 |
Vervaardigingsdatum | in 2011 |
Materiaal | |
Object |