:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
Study of a Fortress

Study of a Fortress

Anoniem (in circa 1525-1550)

Ask anything

Loading...

Thank you. Your question has been submitted.

Unfortunately something has gone wrong while sending your question. Please try again.

Request high-res image

More information

Specifications

Title Study of a Fortress
Material and technique Pen and brown ink
Object type
Drawing (verso) > Drawing > Two-dimensional object > Art object
Location This object is in storage
Dimensions Height 99 mm
Width 169 mm
Artists Draughtsman: Anoniem
Accession number N 171 verso (PK)
Credits Loan Stichting Museum Boijmans Van Beuningen (former Koenigs collection), 1940
Department Drawings & Prints
Acquisition date 1940
Creation date in circa 1525-1550
Signature none
Watermark indistinct fragment (on the bottom margin, at centre right, on P4-5 from the left, 16x19 cm; VH, 7P), probably the left part of a walking Lion, somewhat similar to Briquet 10.557 (French, Lessay 1556) [for image click thumbnail above the 'zoom in' option]
Inscriptions 'M[..] du Lana [..] Boheimb (?) / [..]' (verso,at lower centre, in pencil), '100' (verso, at upper left, in pencil)
Collector Collector / Franz Koenigs
Provenance Adalbert Freiherr von Lanna (1836-1909), Prague [according to inscription on verso and sale catalogue 1929]; Victor Koch, his sale (‘d’une collection connu’), Amsterdam (Muller), 21 November 1929, no. 23 (Joachim Patinir), to R.W. de Vries for Nlg. 2.000 [copy RKD]; Franz W. Koenigs (1881-1941), Haarlem, 1929; on loan to the museum, 1935-1940; purchased with the Koenigs collection by D.G. van Beuningen (1871-1955), Rotterdam and presented to the Stichting Museum Boymans, 1940; on loan to the museum since 1940
Exhibitions none
Research Show research Netherlandish Drawings of the Fifteenth and Sixteenth Centuries
Literature Boon 1955, p. 223 (r: Matthijs Cock; v: manner Joachim Patinir); Van Regteren Altena 1964, p. 172, n. 16 (Meester van het Errera Schetsboek); Bevers 1998, p. 49, n. 15 (anoniem); Hautekeete 2007, p. 140, n. 30 (Errrera Meester); d’Haene 2007, p. 32 (rejected Matthijs Cock)
Material
Object

Entry catalogue Netherlandish Drawings of the 15th and 16th Centuries.

Author: Judith Niessen

This description is currently only available in Dutch.

Het Errera-album in Brussel en het Antwerpse tekenboek in Berlijn

In het museum bevindt zich een aantal landschapstekeningen die kunnen worden geassocieerd met twee tekeningenboeken in Brussel en Berlijn, die in het tweede kwart van de zestiende eeuw moeten zijn ontstaan. De boeken zijn voor een belangrijk deel gevuld met landschapstekeningen en motieven van rotsen, burchten en boerderijen zoals die voorkomen in schilderijen van Joachim Patinir, Herri met de Bles en hun navolgers. Veel daarvan zijn gebaseerd op bestaande motieven of composities. Beide boeken worden dan ook gezien als een verzameling modellen die ter inspiratie of als voorbeeld voor een nieuwe compositie in een schilderswerkplaats werden gebruikt.

Het boek in Brussel wordt het Errera-album genoemd, naar één van zijn vroegere eigenaren, Paul Errera die het in 1929 aan het museum legateerde.1 Het album bevat stads- en havengezichten, studies van bomen, rotsen, boerderijen en kastelen, enkele figuurstudies, een paar negentiende-eeuwse tekeningen en enkele lege bladen.2 De voorstellingen zijn in veel gevallen voorbereid door een ondertekening in zwart krijt en vervolgens getekend in bruine en zwarte inkt. Enkele tekeningen zijn vervaardigd op blauw, blauwgroen of donkerbruin gegrondeerd papier. Deze zijn vrijwel allemaal gehoogd in witte dekverf. Er wordt van uitgegaan dat de tekeningen oorspronkelijk afkomstig zijn uit hetzelfde schetsboek. Nu zijn de vierentachtig folios ingevoegd in een negentiende eeuws album. Elk blad meet 135 x 210 mm en een deel van de bladen is voorzien van het watermerk met de ‘gotische P’ (vergelijkbaar met Briquet 8677, Antwerpen 1503). In die gevallen betreft het een fragment dat zich aan de zijkant van het desbetreffende blad bevindt. Dit wijst erop dat de afzonderlijke folios deel uitmaakten van grotere bladen, die werden gevouwen en gesneden tot een tekeningenboek.

Het Berlijnse boek staat bekend als het ‘Antwerpse schetsboek’ en heeft honderdeneen folios.3 Het schetsboek bestaat vermoedelijk uit twee tekeningenboeken die al in de zestiende eeuw werden samengevoegd: de eerste 83 bladen hebben een kan als watermerk (vergelijkbaar met Briquet 12863, Den Haag 1524); van de daaropvolgende bladen is het papier dikker en zijn de bladen gemarkeerd met het watermerk ‘onbekende letters met een 4’ (vergelijkbaar met Briquet 9835, Antwerpen, 1549). Net als bij het Errera-album bevinden fragmenten van de watermerken zich aan de rand van de folios. De afzonderlijke bladen in het tekeningenboek meten c. 190 x 260 mm en de tekeningen zijn uitgevoerd met zwart krijt of in pen in bruine of zwarte inkt.

Ook hier bestaat de inhoud uit een groot aantal landschapstekeningen, waarvan een deel in stijl overeenkomt met de tekeningen in het Errera-album. Zestien landschappen geven Antwerpen weer. Ze onderscheiden zich van de andere landschappen door de daarvan afwijkende tekenstijl met miniscule arceringen, lusjes en haaltjes waaruit de architectuur van de stad is opgebouwd en de brede en schetsmatige lijnvoering in de voorgrond. Vermoedelijk zijn ze ter plaatse getekend. Op basis van de sloop van de stadsmuur die op sommige tekeningen is weergegeven, kunnen ze 1543 worden gedateerd. Tweeëntwintig tekeningen zijn schetsen voor een Verzoeking van de heilige Antonius, die kunnen worden geassocieerd met een schilderij van de Antwerpse kunstenaar Jan Mandyn.4 Een aantal bladen voorin het boek zijn voorzien van religieuze voorstellingen, zoals een Calvarieberg en de Boetvaardige Hieronymus. Sommige composities komen terug in schilderijen van Herri met de Bles, waardoor is gesuggereerd dat dit schetsboek in diens atelier kon worden geplaatst.5 Ook andere toeschrijvingen voor dit tekeningenboek zijn in het verleden overwogen. De onbekende maker van de tekeningen in het Errera-album kent tevens diverse identificaties. Zo werd het album in eerste instantie toegekend aan Joachim Patinir en kende het daarna toeschrijvingen aan Lucas van Valckenborch,6 de Meester van de Vrouwelijke Halffiguren (geïdentificeerd met Hans Vereycke,7 Cornelis Massijs8 en Matthijs Cock.9 Inmiddels wordt aangenomen dat verschillende (anonieme) kunstenaars voor de tekeningen in beide boeken verantwoordelijk zijn geweest. Hoewel een aantal motieven in beide albums voorkomen, zijn beide vermoedelijk afkomstig uit ieder een eigen werkplaats.10 Er zijn in ieder geval geen argumenten om de twee boeken in dezelfde werkplaats te situeren. Naast de tekeningen in beide albums, bevindt zich veel materiaal in diverse collecties dat in meer of mindere mate hieraan verwant is.11 Waarschijnlijk beschikten veel ateliers over dergelijke voorbeeldboeken die na verloop van tijd ontmanteld werden en waarvan de afzonderlijke bladen verspreid raakten. De eenduidige stijlkenmerken van deze groep landschapstekeningen doen vermoeden dat er onder schilders uit die periode bepaalde stijlconventies bestonden. Deze conventies maakten het hergebruik van elkaars motieven eenvoudiger en zorgden ervoor dat rondreizende schilders (gezellen) zonder al te veel problemen bij verschillende werkplaatsen konden worden ingezet. De grote aantallen in stijl aan elkaar verwante geschilderde landschappen uit die periode, bevestigt dit idee.12

Hautekeete introduceerde de noodnaam ‘Errera meester’ voor tekeningen die nauw verwant zijn aan de schetsen in het Errera-album.13 Aangezien er sprake is van verschillende handen en meerdere werkplaatsen, kiezen wij hier niet voor. Wij nemen deze groep tekeningen op onder Antwerpen, tweede kwart zestiende eeuw.

 

Studie van een burcht

Vanuit een laag perspectief is vanaf de oever van een stromende rivier een versterkte brug getekend die naar een ommuurde stad loopt. Boven de stadsmuur zijn alleen de torens van een vesting zichtbaar. Zowel de brug, de gebouwen en de stadsmuur zijn in een vervallen staat. De voorstelling is met pen in bruine inkt vlot getekend en ingevuld met snelle horizontale arceringen, die dicht op elkaar zijn gezet in de donkere schaduwpartijen onder de brug. Vlot getekende lijnen geven overtuigend de stroming van het water weer. Losse ronde duiden deh wolken en de beplanting aan. Het geheel maakt de indruk ter plaatse te zijn gemaakt.

De burcht aan de keerzijde is zeer zorgvuldig getekend. Ze ligt tegen de bovenrand van het blad en is aan de bovenzijde afgesneden. Dergelijke burchten kennen we uit geschilderde landschappen van Joachim Patinir en Herri met de Bles en hun navolgers, waar ze boven op een rots zijn gesitueerd. Ook zijn ze terug te vinden in tekeningen uit het Errera-album en het Antwerpse schetsboek.14 Dezelfde burcht is in het laatstgenoemde boek zelfs twee keer getekend: op de folios 18r en 53r. (afb.1). Alledrie zijn het vermoedelijk natekeningen die terug gaan op een onbekend prototype. Een dergelijk motief verspreidde zich onder schilders dankzij tekeningen zoals deze.15

Footnotes

1 Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, inv. nr. 4630.

2 Gegevens over het Errera-album gebaseerd op Mielke in Berlin 1975, p. 135, onder nr. 181; Dunbar 1972, pp. 53-54 en Hautekeete 2007, pp. 138-141.

3 Berlijn, Kupferstichkabinett, inv. nr. 79C2. Gegevens over het Antwerpse schetsboek zijn gebaseerd op Bevers 1998, pp. 39-42. De laatste pagina’s van het tekeningenboek bevatten zeventiende-eeuwse schetsen voorzien van het monogram G W, dat vermoedelijk staat voor de Duitse kunstenaar Gabriel Weyer (1576-1632). Het ‘Berlijnse schetsboek’, verwijst naar een album met tekeningen afkomstig uit de werkplaats van Jacob Cornelisz van Oostsanen. Zie Ilona Van Tuinen, nog te publiceren.
De schilder Peter de Witte (c. 1548-1628), die het album in zijn bezit had, nummerde 147 pagina’s. Daarvan zijn er nog 101 over. Van de verwijderde bladen kan er slechts een geïdentificeerd worden, Rust op de vlucht naar Egypte in Stuttgart, Staatsgalerie, inv. nr. 49. Bevers 1998, p. 39.

4 Wenen, Kunsthistorisches Museum, inv. nr. 3688.

5 Bevers 1998, pp. 45-48. Voor een overzicht van eerdere toeschrijvingen; Mielke in Berlin 1975, p. 135, onder nr. 180.

6 Gudlaugson 1959. Voor een meer uitgebreid overzicht van toeschrijvingen; Mielke in Berlin 1975, pp. 135-136, onder nr. 181.

7 Benesch 1943.

8 Wescher in ThB 24 (1930), pp. 225-226.

9 Boon 1955a. Dunbar 1972. pp. 72-73 (zijn Meester ‘B’). D’Haene 2007, p. 16, n. 149, meent dat de toeschrijving aan Matthijs Cock overweging verdient.

10 Bevers 1998, p. 42. Mielke in Berlijn 1975, p. 135 en Bevers 1998, p. 45 (n. 16) geven beide een overzicht van de herhalingen in beide albums.

11 Zie voor voorbeelden ondermeer H. Mielke in Berlijn 1975, under nrs. 180-181 en Hautekeete 2007, p. 140, n. 30.

12 Van den Brink in Antwerp 2005, p. 7 met verdere verwijzingen voor werkplaatspraktijk.

13 Hautekeete 2007, p. 140.

14 Zie inleiding over het Errera-album en het Antwerpse schetsboek.

15 Voor overnametechnieken zie Ketelsen 2008 en Wintermann in Ketelsen/Hahn 2011, met name pp. 303-305. Dresden, Kupferstich-kabinett, inv. nr. C3664. Ketelsen/Hahn 2011, p 223.

Show research Netherlandish Drawings of the Fifteenth and Sixteenth Centuries
Show catalogue entry Hide catalogue entry

All about the artist