Dynamische collectie
Lievelingen heeft zijn uitwerking niet gemist: het is een door het publiek hooggewaardeerde en goedbezochte presentatie geworden. Dit zal mogelijk te maken hebben gehad met het grote gemis van de collectie in eigen huis, een gevoel dat zowel museum als publiek kenbaar heeft gemaakt. Door de bezoekers te vragen naar hun lievelingen en dit mee te nemen in de opstelling, kunnen we de dynamiek van een museumcollectie – een doorlopend spel tussen museum en bezoeker – heel mooi vangen. De reikwijdte van die collectie, van de middeleeuwen tot de dag van vandaag, komt in Lievelingen tot uiting.
In de publieksuitslag zie je een afspiegeling van gekende topstukken die allen behoren tot een andere tijd of stroming. De toren van Bruegel (ca. 1568) en de spiegel van Magritte (1937) worden verrassend afgetroefd door de katjes van Ronner-Knip (ca.1890). Het is een absolute publiekslieveling, wellicht om de onweerstaanbare combinatie van spelende kittens en een luxueus interieur. Henriette Ronner-Knip was een van de succesvolste Nederlandse kunstenaars van de negentiende eeuw.
Naast de eerder genoemde werken van Ronner-Knip, Bruegel en Magritte bestaat de top-5 uit De haven van Rotterdam (1907) van Paul Signac en Zomerlandschap (1837) van Barend Cornelis Koekkoek. Schilderijen als Lyrisches (1911) van Wassily Kandinsky en Het oorringetje (1893) van George Hendrik Breitner zitten dicht op de top-5. Ook deze zijn te zien bij de Lievelingen.