De renaissance, een periode van culturele bloei tussen 1400 en 1600
Italiaanse kunstenaars als Leonardo da Vinci, Michelangelo en Jacopo Tintoretto verdiepten zich in de studie van het menselijk lichaam en lieten zich inspireren door voorbeelden uit het oude Griekenland en Rome. Elke regio, stad of zelfs kunstenaarswerkplaats creëerde een eigen unieke stijl. Tekenen was de basis van alle artistieke activiteiten, waarbij kunstenaars tekeningen maakten om hun schilderijen, altaarstukken en fresco's voor te bereiden en om de menselijke figuur in verschillende houdingen vast te leggen. Tekeningen vertonen vaak de sporen van hun gebruik in het atelier, zoals verf- of oliespatten, of vierkante lijnen die de kunstenaar hielpen om een figuur voor een fresco direct op de muur uit te vergroten. Later werden tekeningen uit de renaissance erg waardevol voor verzamelaars, iedereen wilde werken van de meest prominente kunstenaars in hun collectie hebben.