15 March 2017
Alles aan Kant
Vanaf 11 maart kunnen bezoekers drie maanden lang meekijken met de museummedewerkers die stukken uit de rijke kantcollectie van Museum Boijmans Van Beuningen op zaal inventariseren. Een voorproefje van de werkwijze van Depot Boijmans Van Beuningen, het eerste openbare kunstdepot dat momenteel naast het museum wordt gebouwd.
Museum Boijmans Van Beuningen bezit niet alleen prachtige zeventiende-eeuwse schilderijen waarop geportretteerden luxe kanten kragen dragen, maar ook – en dit is veel minder bekend – een rijke historische kantcollectie die uit liefst 2.600 stukken bestaat. Vanaf 11 maart is er in twee zalen een presentatie te zien van zowel kostbare historische stukken kant als werk van hedendaagse ontwerpers die zich door traditioneel kant hebben laten inspireren, zoals Chris Kabel en Isabel Ferrand.
Beoordelen
Onder de noemer Alles aan kant zijn telkens nieuwe soorten kant te bewonderen, elk uit een andere periode, techniek en stijl. Uniek aan deze presentatie is dat medewerkers het kant op zaal beoordelen. Hard nodig, want de meeste stukken zijn meer dan een halve eeuw geleden verzameld en beslist niet volgens de huidige standaard geïnventariseerd.
Meekijken
Bezoekers kunnen zo niet alleen meekijken met hoe de museummedewerkers datering, formaat en herkomst van het kant vaststellen, maar ze kunnen meteen vragen stellen. Op een aantal dagen is het mogelijk om eigen kant mee te nemen naar het museum en te laten beoordelen. Alles aan kantis een mooi voorbeeld van hoe het museum in de toekomst in het depotgebouw wil werken. Ook in dit eerste publiek toegankelijke kunstdepot ter wereld wordt het publiek actief bij het conserveringsproces betrokken en kunnen bezoekers meekijken bij restauraties en herijkingsprojecten.
De Monchy
De basis van de kantcollectie van Museum Boijmans Van Beuningen is gelegd door havenbaron Willem Hugo de Monchy (1984-1968). Deze Rotterdamse verzamelaar schonk vanaf de jaren vijftig zijn collectie in delen aan het museum. De vereniging het Kantsalet en vele particulieren hebben daar vervolgens door schenkingen bijzondere stukken aan toegevoegd, waardoor de collectie qua grootte is uitgegroeid tot de derde in Nederland. De vroegste kanten die het museum in huis heeft, dateren uit de vijftiende eeuw en komen uit Venetië. In de eeuwen daarna zijn vooral Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden (België) de belangrijkste producenten.