Docentenmiddag Boijmans Taal- en Rekenprogramma
Ruim tachtig leerkrachten uit het primair onderwijs, cultuurprofessionals en andere geïnteresseerden kwamen naar de docentenmiddag die Museum Boijmans Van Beuningen organiseerde op 20 januari 2016 in het kader van het Boijmans Taal- en rekenprogramma.
Wat is het Boijmans Taal- en rekenprogramma?
Hoofd Educatie en Publieksbegeleiding Catrien Schreuder opende de middag met een korte toelichting over het Boijmans Taal- en rekenprogramma. Dit driejarige programma verbindt kunsteducatie aan de wereld van taal en rekenen. Het programma beoogt het beste van twee werelden bij elkaar te brengen: door het kijken en praten over en analyseren van kunst, werk je aan taal- en rekenvaardigheden van kinderen.
Kunst als bron van leren
Betty van Dam, directeur OBS De Taaltuin in Schiedam vertelde de aanwezigen haar visie waarom kunst als bron van leren werkt. Beleven is de basis van leren. Zonder beleving geen betrokkenheid en zonder betrokkenheid is er geen sprake beleving. Na beleving heeft de mens behoefte aan ordening, op allerlei verschillende manieren. Leren, zo vertelde Betty, is ordenen en betekenis geven aan beleving. Taal geeft woorden aan verbeelding en het (creatief) denken wordt door verbeelding gevoed. Betty wilde een nieuw woord de wereld in brengen en lanceert ‘de softspot van leren’
Het verbinden van kunst en onderwijs
Het verbinden van kunst en onderwijs: hoe doe je dat? Kunstenaar Wolf Brinkman geeft in het kader van het Boijmans Taal- en rekenprogramma wekelijks les aan vier klassen op twee verschillende scholen: de Fridtjof Nansenschool in Rotterdam en De Taaltuin in Schiedam. Wolf vertelde over zijn aanpak en ervaringen de afgelopen jaren. Begrippen als ‘creativiteit’ en ‘21st century skills’ kunnen wat hem betreft afgeschaft worden: alles draait om onderzoekend leren en intrinsieke motivatie.
Het verbreinen van de taal- en rekenles
Dr. Helen Reed, onderwijs(neuro)wetenschapper was uitgenodigd om te vertellen hoe dit alles werkt in het brein. Uit onderzoek blijkt dat je omgeving je brein vormt: leraren, ouders en stimulerend materiaal is essentieel voor de hersenontwikkeling. Leren en denken doe je met heel je lichaam en daarbij zijn vooral je handen enorm belangrijk voor de opname van informatie. Beleven, handelen, maken en benoemen zijn van belang voor de ontwikkeling van ruimtelijk inzicht. Dat vervolgens weer nodig is voor visualisatie, verbeelding en verbale ontwikkeling. De voorwaarde voor leren is nieuwsgierigheid. Hoe verrassender de informatie hoe beter het wordt onthouden. Koester daarom nieuwsgierigheid als persoonlijke kwaliteit; geef ruimte voor eigen vragen en exploratie. Ga net iets boven de voorkennis van de kinderen zitten; stel prikkelende vragen; wees creatief en laat kinderen zich verrassen, verbazen, verwonderen; vertel er iets geks of onverwachts bij!
Waar loop je tegenaan als je zelf dit soort lessen wilt geven?
Aafje Gerritse (cultuurcoördinator Fridtjof Nansen school) vertelde over haar onderzoek ‘De leerkracht aan zet’. Op haar school heeft ze met collega leerkrachten zelf geprobeerd lessen te geven die kunstenaar Wolf Brinkman in andere klassen geeft. Wat ging goed? Wat zijn drempels? Wat heeft nadere training nodig? Op basis van haar bevindingen heeft ze een training ontwikkeld waarin kunstbeschouwing, creatief denken, verbanden leggen onderdeel uit maakt.
Deelsessies: vanuit de kunstbeschouwing linken leggen met taal en rekenen
De deelnemers werden vervolgens in groepen verdeeld en onder begeleiding van museummedewerkers en betrokkenen van het Boijmans Taal- en rekenprogramma meegenomen de museumzalen in. De groepsverdeling was gebaseerd op niveau dat de leerkrachten lesgeven: groep 1-2, groep 3-4, groep 5-6 en groep 7-8. De verslagen van de verschillende deelsessies vindt u door op de groepsindeling te klikken.
Wat bleek? Leerkrachten zitten boordevol ideeën, en alleen goed kijken biedt al een mooi uitgangspunt om een kunstwerk als bron van lesstof – ook op het gebied van taal en rekenen – in te zetten.