:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
24 September 2014

Lessons learned: drie interactieve studio's

Het concept van de tentoonstelling Framing Sculpture – Brancusi, Rosso, Man Ray vroeg om educatieve middelen die de bezoeker uitdaagden zich verder te verdiepen in het werkproces van de kunstenaar. Hieruit kwamen drie ‘studio’s’ voort, waarin de bezoeker in de voetsporen van de kunstenaars zelf kon experimenteren met fotografie.

Interactief ontwerper Lotte Meijer werkte voor elk van de drie kunstenaars een concept uit, in nauwe samenwerking met de afdeling Educatie en publieksbegeleiding en de twee conservatoren en het architectenbureau. Zo ontstonden ruimtes die zowel qua interactieontwerp en publieksvriendelijkheid, inhoudelijke toegevoegde waarde en vorm optimaal zijn gerealiseerd. Niet eerder is er zoveel ruimte voor educatieve ruimtes in de tentoonstelling gecreëerd, en niet eerder daagden we de bezoeker zo vergaand uit om zelf actief bezig te gaan. Reden om de ruimtes zorgvuldig te evalueren. Behalve de gebruikelijke evaluatiemethoden – eigen observaties, gesprekken met bezoekers en onderwijsrelaties, verzamelen van respons via media en social media en digitale statistieken, heeft de afdeling Educatie en publieksbegeleiding (uitgevoerd door Emma Bulens) verschillende onderdelen geëvalueerd middels een enquête onder 87 bezoekers van de tentoonstelling. De belangrijkste resultaten wilden we hier graag delen:

De plek in de tentoonstelling
De drie interactieve studio’s bevonden zich telkens in ruimtes tussen de drie zalen van de kunstenaars, gemarkeerd met een grote hoofdletter B, R en M en een goudmetalen gordijn. De studio’s waren mooi geïntegreerd in het totale tentoonstellingsontwerp, maar wekten bij binnentreden juist de indruk in een andere wereld terecht te komen: die van de kunstenaar. De binnenzijde van de studiomuren werd volledig bedekt door behang met sterk uitvergrote foto’s van de kunstenaars en hun ateliers. In iedere studio was een unieke, voor die studio toepasselijke sfeer gecreëerd, terwijl tegelijkertijd de aansluiting bij de rest van de tentoonstellingsvormgeving werd behouden. Uit de enquête bleek dat ongeveer een derde van de bezoekers de studio’s niet heeft bezocht. Mogelijk hebben zij de studio’s over het hoofd gezien of uit de markeringen niet opgemaakt wat zich in de ruimtes bevond?

Algemene bevindingen van de drie studio’s

  • Van de mensen die de Studio’s bezochten, bleek gemiddeld 33% actief de opdrachten te hebben uitgevoerd waarvoor de studio’s bedacht waren.
  • Eveneens ongeveer 33%  keek in de studio’s liever mee over de schouders van andere bezoekers, keek naar de resultaten die in de ruimtes geprojecteerd waren of las er de informatieve teksten.
  • De overige mensen liepen de ruimte alleen even in om na een korte blik weer verder te gaan.
    Bij het publiek vielen de studio’s over het algemeen goed. De mensen die ze bezochten vonden ze interessant (62%) en begrijpelijk (61%).
  • 28% geeft aan dat zij door zelf actief bezig te zijn in de studio’s een beter beeld hebben gekregen van de kunstenaar en zijn werkproces.
  • Opvallend is dat de gemiddelde leeftijd van de bezoekers in de eerste categorie, dus de actieve participanten, gemiddeld 11 jaar jonger lag dan de gemiddelde leeftijd van de Framing Sculpture bezoeker.

Een korte beschrijving per studio
V
oor Studio Brancusi creëerden we een geabstraheerde reproductie van het atelier van Constantin Brancusi in Parijs, met reproducties of aan zijn werk verwante driedimensionale objecten, een gefingeerd daklicht en manipuleerbaar kunstlicht. De ruimte zelf werd aangekleed met uitvergrote foto’s van Brancusi’s atelier. De bezoeker kon hier, net als de kunstenaar, ruimtelijke composities bouwen van sculpturen en sokkels, spelen met licht en kijkrichting en kader, om er vervolgens met een iPod een foto van de maken. De resultaten verschenen direct op een projectie in de ruimte en waren tevens zichtbaar op de website van het museum. In totaal zijn hier gedurende de tentoonstelling ruim 7300 foto’s gemaakt door bezoekers. Studio Brancusi was volgens de enquete de meest populaire van de drie studio’s, hoewel hier relatief de minste mensen (20%) zelf actief aan composities bouwden.

In Studio Rosso werden bezoekers uitgenodigd om foto’s van Rosso digitaal te bewerken met behulp van in een tafel ingebouwde touchscreens. De methodes waren ontleend aan door Rosso zelf veel gebruikte technieken en effecten: uitsnedes maken, op kleurenpapier afdrukken, knippen, lichtdonkercontrasten versterken of afzwakken en tekenen of krassen op de foto. Ook hier werd in de vormgeving gerefereerd aan de omgeving waarin Rosso zelf in de vroege twintigste eeuw werkte. Temidden van wandvullende foto’s van Rosso’s woonhuis werd met antiek meubilair de indruk gewekt aan te schuiven bij de keukentafel van Rosso, waar hij ’s avonds met zijn foto’s aan het knutselen was. Ook hier verschenen de resultaten van de bezoekers op de touchscreen direct in een projectie in de ruimte zelf. Tijdens de tentoonstelling zijn er ruim 10.000 fotobewerkingen gemaakt door bezoekers.

In Studio Man Ray maakten de bezoekers hun eigen rayografieën door aan een grote werktafel 2D-composities te maken door 3D-objecten op een lichtgevoelige ondergrond te leggen. Eens in de minuut fixeerde een heldere lichtflits de contouren en schaduwen van de objecten tijdelijk op het werkblad. De actieve deelname was in deze studio het hoogst, zo’n 41% van de mensen die de studio bezochten gaf aan zelf een rayografie te hebben gemaakt. Het aantal gemaakte composities is in deze studio niet geteld, deze ruimte was de enige waar de resultaten van de bezoekers niet werden verzameld en geprojecteerd. Wel zijn bezoekers uitgenodigd zelf een foto te maken van hun rayografie en te uploaden via flickr. Hierop kwamen circa 61 beelden binnen, aanzienlijk minder dan in de andere studio’s, wat vooral verklaard kan worden uit het feit dat de rayografieën lastig te fotograferen waren in de donkere ruimte.

Begeleiding
De studio’s waren ontworpen om zelfvoorzienend te zijn: de informatie en het ontwerp zouden zodanig moeten zijn dat de bezoeker zelf aan de slag zou kunnen gaan. Om de participatie te stimuleren is in de eerste weken geëxperimenteerd met speciale ‘hosts’ in de studio’s. Zij hadden als taak om bezoekers in de studio’s te begeleiden, ze te laten zien hoe de opstellingen werkten. In praktijk bleken de studio’s vrij duidelijk en was het vooral belangrijk dat er activiteit was, die nieuwe activiteit stimuleerde. Zien deelnemen doet zelf deelnemen. De hosts bleken voor dit doel min of meer overbodig zodat ze niet langer ingezet zijn.

Onderhoud
In het ontwerp is veel aandacht uitgegaan naar veiligheid voor de bezoekers en zogenaamde ‘hufter proof’ zijn van de studio’s. Welke materialen zouden het gedurende tentoonstelling kunnen volhouden? Hoe voorkomen we dat er ongelukken gebeuren door de stapelingen in de Brancusi studio? Hoe voorkomen we dat bezoekers voorwerpen of apparatuur mee naar huis nemen? Hoewel in de uitvoering dergelijke vragen telkens opnieuw gesteld bleef het onderhoud van de ruimtes een groot aandachtspunt tijdens de tentoonstelling. Hiervan waren sommige zaken voorzien, zoals het vernieuwen van objecten in zowel Studio Brancusi als in Studio Man Ray die door slijtage kapot gingen. Andere problemen hebben we niet voorzien, zoals het vastlopen van touchscreens in Studio Rosso door overbelasting en de bezoekers die onbedoeld de iPods in Studio Brancusi de speciale app-stand haalde die de foto’s met het beeldscherm koppelde.

Dergelijke technische problemen en intensief onderhoud vergt extra mankracht. Daarom is al bij aanvang van de tentoonstelling besloten om de hosts een deel van de eenvoudige taken te geven in dagelijkse rondes langs de ruimtes. Daarnaast is extra inzet nodig geweest van projectleider, educatie en technische dienst, wat een belangrijk leerpunt is voor het ontwikkelen van dergelijke interactieve ruimtes in de toekomst.

Klik je blik
In alle studio’s is aan publiek gevraagd om ook met eigen toestellen (op telefoons) foto’s te maken en te delen op social media, oftewel ‘klik je blik’! Op www.boijmans.nl is per studio een subpagina aangemaakt waar de werking van de studio wordt uitgelegd en bovendien een link te vinden is naar de flickrpagina met alle foto’s die bezoekers gemaakt hebben. De resultaten van de fotografiesessies in Studio Brancusi en Studio Rosso werden online door respectievelijk 3260 en 2033 unieke bezoekers bekeken.

Catrien Schreuder