:host { --enviso-primary-color: #FF8A21; --enviso-secondary-color: #FF8A21; font-family: 'boijmans-font', Arial, Helvetica,sans-serif; } .enviso-basket-button-wrapper { position: relative; top: 5px; } .enviso-btn { font-size: 22px; } .enviso-basket-button-items-amount { font-size: 12px; line-height: 1; background: #F18700; color: white; border-radius: 50%; width: 24px; height: 24px; min-width: 0; display: flex; align-items: center; justify-content: center; text-align: center; font-weight: bold; padding: 0; top: -13px; right: -12px; } .enviso-dialog-content { overflow: auto; } Previous Next Facebook Instagram Twitter Pinterest Tiktok Linkedin Back to top
24 September 2014

Lessons learned: iPad museumles

Voor de midden/ bovenbouw van Havo en Vwo is bij de tentoonstelling Brancusi, Rosso, Man Ray een iPad-museumles ontwikkeld. Dit was voor het museum een nieuwe vorm van rondleidingen aanbieden: reden dus om het goed en kritisch te evalueren.

iPad app
Voor de museumles hebben we speciaal een iPad app ontworpen, die offline te raadplegen en te doorlopen was op de door het museum beschikbaar gestelde iPads. De app bestond uit drie onderdelen welke elk dieper ingingen op één van de kunstenaars. Via een door de leerlingen in te vullen ‘Facebook-pagina’ van de kunstenaar kwamen de leerlingen meer te weten over de kunstenaar en zijn werk. Aan de hand van interactieve opdrachten kroop de leerling voor even in de huid van de kunstenaar en ervoer zijn manier van werken. De app werd doorlopen als onderdeel van een museumles. Een museumdocent reikte het raamwerk aan, de leerlingen werkten in kleine groepjes met de iPad zelfstandig in de app. De app als onderdeel van een museumles bleek voordelen te hebben, maar we stuitten ook op aspecten die we een volgende keer liever anders zouden doen. Hieronder een overzichtje:

ipadles3klei

Bevindingen van de test-klassen
De pilotklassen die we de museumles met app aan het begin van de tentoonstelling lieten testen, gaf ons veel input. Over het algemeen waren de leerlingen na een bezoek aan de tentoonstelling positief. De meeste leerlingen gaven aan dat ze het leuk vonden en ‘weer eens wat anders’ om interactief met een iPad door het museum te lopen. Zelf aan de slag met een apparaat dat ze goed kenden werd als positief ervaren.

Aan de andere kant misten sommige leerlingen bij deze vorm toch de verhalen en uitgebreide uitleg van een museumdocent. Ook bleek dat de groepjes per iPad niet te groot moesten zijn: degene die de iPad in handen had, kon alles goed lezen en doen, voor de anderen was dat, zeker als het meer dan twee leerlingen waren, lastiger. Daarnaast was tijd een belangrijke factor. Al met al bleek dat zeker 1,5 uur nodig was om de museumles en de app volledig en goed te kunnen doorlopen, terwijl er in eerste instantie met 1 uur rekening was gehouden. Aan de hand van deze bevinding is de standaard les dan ook direct verlengd naar 1,5 uur.

Bevindingen van de museumdocenten
De leerlingen werden bij de museumles begeleid door de museumdocenten van het museum. Een goede instructie aan deze groep bleek essentieel; docenten die de instructie hadden gemist, hadden meer zorgen over of en hoe alles werkte. Het af en toe vastlopen van de apparaten hielp hierbij niet. Een goed werkende techniek is dan ook zeer belangrijk.

Praktisch probleempje was de opslag van de iPads tussen de rondleidingen door. In eerste instantie was er geen plek in het museum waar de iPads aan een oplaad-station konden worden gelegd. Hierdoor kwam het nog wel eens voor dat een aantal iPads niet genoeg waren opgeladen om een hele les vol te houden.

Bevindingen van docenten en begeleiders
Tijdens een docentenmiddag aan het begin van de tentoonstelling konden docenten uit het voortgezet onderwijs de app zelf uitproberen. Reacties waren wisselend. De app bleek bij sommige docenten aan een behoefte te voldoen aangezien er binnen hun school steeds meer iPad-onderwijs wordt ingevoerd. Ook vonden docenten het over het algemeen een leuke en frisse manier om de tentoonstelling te bezoeken en met de stof om te gaan. Ze verwachtten dat hun leerlingen dit wel zou aanspreken. Er waren ook minder positieve geluiden: sommige docenten zagen de meerwaarde van het gebruik van een iPad niet in, aangezien de opdrachten voor hen veel leken op iets dat je ook op papier kon doen. Navraag verduidelijkte dat deze docenten slechts korte tijd met de iPad aan de slag waren geweest en niet verder waren gekomen dan het eerste deel. De interactieve opdrachten hadden zij niet kunnen bekijken, dit gaf hen een vertekend beeld. Buiten dat hadden deze docenten toch het gevoel dat er nog meer met de mogelijkheden van het apparaat zelf had kunnen worden gedaan.

Conclusie
Voor het museum was dit de eerste keer dat er een onderwijsprogramma met iPad werd ontwikkeld. Uitgangspunt was dat we een vorm zouden kunnen vinden waarbij leerlingen werden gestimuleerd werden zelf op onderzoek uit te gaan. Randvoorwaarde was dat de ontwikkeling van de app niet veel duurder zou zijn dan een ‘traditionele’ kijkwijzer.
Na deze waardevolle ervaringen zien we de potentie van de iPad, maar ook de praktische en logistieke hobbels waarmee je te maken krijgt als je nieuwe media integreert. Daarvoor is niet alleen financiële ruimte nodig, maar ook de inhoudelijke verdere kennis van deze media en hoe die in te zetten. Graag zouden we in de toekomst die mogelijkheden verder verkennen.

Karen de Moor